Lyon – Dijon

26 juni 2019

Het plan hebben we omgegooid. Einddoel was de Provence, maar we rijden nu niet meer verder naar het zuiden. We zagen een temperatuur van 42 graden in Avignon voor a.s. woensdag, dus net als we daar zouden aankomen. Veel te heet dus en in strijd met alle adviezen die we overal lezen en horen. Veel drinken, weinig inspannen en de koelte opzoeken. Dat drinken zou nog wel kunnen, hoewel mij zelfs dát moeite kost. In plaats van naar het zuiden fietsen we nu naar het noorden, terug naar Dijon. Daar is het volgens de voorspellingen woensdag ook nog wel 39 graden, maar de meeste kilometers proberen we in de vroege ochtend te rijden. Maar eerst nog maar even zien weg te komen uit de drukte van de agglomeratie van Lyon. Al om 9 uur zien we de KLM landen op de luchthaven van Lyon, dus op de terugweg toch al een beetje een thuisgevoel. Daarna werd het weer landelijk. Het nadeel daarvan is dat andermaal alles dicht is, zelfs de winkels. Nergens koffie of iets te eten. Het platteland ontvolkt hier en dat gaat ten koste van het voorzieningenniveau. Na ruim 80 km aangeland in een appartement in Mâcon, alweer behoorlijk boven Lyon. Daar stond een liter heerlijke koele jus d’orange klaar en die heeft er dus niet lang gestaan..! De stad bereidt zich duidelijk voor als startplaats van de tour-etappe van zondag 13 juli a.s. Dat blijkt niet zomaar starten te zijn, maar er is een heel evenement omheen gebouwd dat het hele weekend in beslag neemt.

Daags erna van Mâcon naar Chalons-sur-Saône, de finishplaats van de tour van de dag ervoor. Al vrijwel bij het begin meteen de heftigste klim van de hele week tot dusver. En we waren er eigenlijk niet op voorbereid. Dus niet alleen een fysieke, maar vooral een mentale inspanning. Want elke keer denk je dat je met een lullig hellinkje te maken hebt en bij de volgende bocht vast wel op de top bent. Maar elke keer zie je de weg toch weer verder omhoog gaan. In de afdaling bij Cluny kreeg Chrit ook nog eens een lekke band. Maar vanaf Cluny ging het gezwind met rugwind recht naar het noorden. Prachtig fietspad, aangelegd langs een vroegere spoorbaan en dus ook zonder verkeer, bijna helemaal tot Chalons. Met de hitte viel het eigenlijk wel mee, tenminste als je blijft rijden. Maar zodra je van de fiets afstapt valt die op je. Nu in een erg basic hotel, helemaal op de bovenste verdieping zonder airconditioning. Zal een uitdaging worden, want de hitte begint nu toch wel indrukwekkend te worden.

De laatste dag zou gaan vanaf Chalons-sur-Saône terug naar Dijon. Vroeg vertrokken vanwege de verwachting van 37 graden. Ook hier weer mooie fietspaden langs de Caneaux de Bourgogne. Alleen waren ze er aan het werk en voor we het wisten reden we ineens door een pap van gesmolten bitumen. Meteen plakten er allemaal scherpe steentjes vast aan de buitenbanden. Met geen mogelijkheid konden we die smurrie er weer vanaf krijgen. In Beaune nog wel geprobeerd om het ergste ervan af te schrapen, maar inmiddels was alles gestold, hoewel we toch ruim een half uur hebben geprutst om de scherpste steentjes weg te krijgen. Ik vrees dat de buitenbanden niet meer te herstellen zijn en doorfietsen naar Dijon vonden we te veel risico opleveren op lekke banden.

Uiteindelijk besloten de laatste 50 km naar Dijon dan maar met de trein te doen. Naarmate we langer in Beaune bleven pauzeren en sightseeën begonnen we die optie trouwens met de minuut aantrekkelijker te vinden omdat het ontzettend heet aan het worden was. Beaune is duidelijk een toeristenfuik. Hier lopen mensen rond met veel te veel geld en protserige auto’s, die hier de grand vins de Bourgogne komen degusteren. Zelfs in de volle middaghitte, en ik vraag me dan wel af hoe ze de rest van de dag moeten doorkomen. Per trein dus in Dijon aangekomen. Einde van een mooi fietsweekje. Ondanks de hitte, het daardoor omleggen van de route en de materiaalpech aan het eind. Het gaat zoals het gaat. Morgen naar huis. De foto’s van de terugweg staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157709432199151

Dijon – Lyon

23 juni 2019

Als voorbereiding op komende fietsevenementen ben ik met Chrit, van de ‘Tilburgse fietsclub’, een weekje door Frankrijk gaan fietsen. Als startpunt is Dijon gekozen. Goede keuze, want dan kan je in een weekje de Provence bereiken. Meer specifiek de Mont Ventoux, die stilzwijgend op het programma staat. Eerst met de auto naar Dijon, die we daar achterlaten, en dan is het de bedoeling om richting Provence te fietsen en met de trein vanaf Avignon terug naar de auto in Dijon te reizen. De eerste etappe van 90 km gaat van Dijon naar Poligny. Aan de voet van de Jura, die in de verte mooi opdoemt. Dankzij een heel handig appje op de telefoon doen we alleen maar de hele rustige wegen met weinig verkeer. Dit deel van Frankrijk is sowieso dun bevolkt en we rijden bij prachtig weer door kleine Bourgondische dorpjes. Schitterend allemaal, maar je ziet er geen mens op straat, laat staan gezellige terrasjes met eten en drinken. De volgende dagen dus maar wat proviand extra meenemen. Verder liep alles voorspoedig, met wind in de rug. Op het laatst wel wat klimmetjes, maar het viel al met al erg mee op die eerste dag. Mooi dus om er een beetje in te komen.

Maar er wacht meer klimwerk. Evenals grote hitte, zo vernamen we de eerste ochtend al. Dat klimwerk kwam er meteen. Veel van die gluiperige hellingen, die er niet als hellingen uitzien, maar het wel zijn. We hadden wel het gevoel in een ritme te komen, maar misschien kwam het ook wel door de rugwind die er voor het grootste deel ook nog wel was. De meeste dorpjes zijn ook hier uitgestorven. Toeristen zijn er evenmin, maar gelukkig konden we onderweg nog ergens een sandwich krijgen. De tweede dag zijn we geland in Senaud, een gehucht bij Bourg-en-Bresse. Restaurants zijn er niet, tenzij je nog 10 km heen en ook nog terug wilt fietsen. Dat doen we dus niet. Maar de duitse gastvrouw van de chambres hotes was zo aardig even te bellen met een bejaard echtpaar, dat twee kilometer verderop achteraf woont en er het koken een beetje bij doet. We waren welkom! En zo zaten we zaterdagavond op een soort boerenerf, als enige gasten bij een oorverdovende stilte ouderwets frans-culinair te eten.

De derde dag was er weliswaar wat minder klimwerk, maar nu was er ineens een stevige wind uit het zuiden, dus recht op kop. Ook een heel stuk warmer dan de afgelopen dagen. En een aanmerkelijk dichter bevolkte streek. Dat scheelt wel meteen met de voorzieningen. Er is koffie en cola in de ochtend en ook is er voor de eerste keer echt goed geluncht. En ook veel water erbij gedronken, want dat is nu erg nodig. Wel twee uur lang aan tafel, want de Fransen nemen er op zondag de tijd voor. Maar die hoeven dan ook niet te fietsen. Die dag twee rivieren overgestoken, de Ain en de Rhone, en we komen zo langzamerhand in het stedelijk gebied rond Lyon. Uiteindelijk beland in Cremieu, iets ten oosten van Lyon. Ondanks de tegenwind en hitte toch 90 km stevig doorgefietst, dus we hebben tevreden geconcludeerd dat we toch nog wel een beetje kunnen fietsen. Maar vanavond gaan we een heel erg verstandig besluit nemen. Nadat we eerst de hoognodige dorst met een bière pression cinquante hebben gelest. Het gaat hier in de komende dagen ruim 40 graden worden, dus de vraag is of we in een brandende zon bij zulke temperaturen nog wel veel willen gaan klimmen. Of toch maar een wat andere vlakkere route gaan nemen. Wordt dus vervolgd… Een fotografische indruk van de eerste drie dagen staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157709363031846

Raalte

10 juni 2019

Een dagje op bezoek bij mijn broer Wim en zijn vrouw Trudy in Raalte is altijd gezellig. En deze keer – bij verrassing – extra gezellig omdat daar toevallig ook het zg. ‘Ribs and Blues’ festival werd gehouden. Midden in het dorp een paar tenten met blues en rock and roll en alles wat daar zo’n beetje tussenin zit. Niet zomaar door wat lokale bandjes, maar door authentieke bands uit ‘the deep south’ van de Verenigde Staten. Deze maken blijkbaar een tour door Europa en laten zich inboeken voor dergelijke zomerfestivals. Verder op het terrein veel bier en spare ribs, helemaal zoals het hoort in dat deel van de VS. Met dito publiek natuurlijk dat van heinde en verre op het festival was afgekomen. De muziek boorde bij mij onderbewuste gevoelens los uit een ver verleden. In de 70’er jaren was dit genre erg populair, althans in de kringen waar ik destijds in verkeerde. En ik heb er toen ook erg van genoten. Tegenwoordig hoor ik deze muziek jammer genoeg een stuk minder, althans niet meer in de kringen waar ik nu in verkeer. Misschien toch maar eens wat vaker naar dat soort evenementen gaan. Maar zo wordt het lijstje met dingen ‘die je wat vaker zou moeten doen’ steeds langer. En is het dan maar beter om dingen aan het toeval over te laten. Het loopt zoals het loopt. Wel zo leuk, zo bleek vandaag maar weer. De middag werd bij het eten afgeblust met een lokale wijn. Nog zo’n verrassing. Gelukkig heb ik al dat toeval nog wel vast kunnen leggen op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157709067451186

Rotterdam

7 juni 2019

Het doel was de foto-expositie van Ed van der Elsken, straatfotograaf, vooral in het Amsterdam van de 60’er en 70’er jaren. Dat hij deze zomer in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam exposeerde was natuurlijk een mooie aanleiding om Rotterdam nog eens te bezoeken. Met camera natuurlijk, en zoals het vaker gaat nam de wandeling naar de kop van Zuid zóveel tijd in beslag dat de expositie sluitpost dreigde te worden en we zelfs begonnen te zeggen dat we altijd nog wel een keer terug zouden kunnen komen. Rotterdam is natuurlijk dé stad als het om moderne architectuur gaat, ook in de binnenstad. In de Amsterdamse binnenstad mag niks op dat gebied, hoewel zelfs in Amsterdam in de ‘buitengebieden’ ook op architectuurgebied inmiddels veel te zien is. Maar daar waar ze in Amsterdam in de binnenstad nog volop aan de ‘rode loper’ werken, dan wel erover vergaderen, heeft Rotterdam inmiddels een voorname entree naar de stad. Vanaf het mooiste station van Nederland gaat het via de Westersingel naar de oude haven. Vandaar kan je door een groot park naar de Euromast. Je kan daar in een ronddraaiend ding nog verder naar boven, maar eigenlijk zie je op 180 meter hoogte achter glas niet zo héél veel meer dan op 100 meter in de open lucht.

Langs de kade ging het vervolgens naar de Erasmusbrug en uiteindelijk naar de kop van Zuid en de tentoonstelling. Daar waren beelden uit het vroegere Amsterdam te zien. Sowieso interessant om te bekijken hoe de stad er in die tijd uitzag. Eigenlijk was het toen een grote bende. Maar vooral interessant hoe van der Elsken mensen fotografeerde. Even oogcontact, glimlachje en klaar was de foto. Hij was wars van techniek. Diafragma’s, belichtingstijden en ISO-waarden interesseerden hem niet. Bovendien, als je mensen precies op het goede moment wilt fotograferen, heb je geen tijd voor dat soort futiliteiten. Wát een contrast met Erwin Olaf, waarvan we eerder een tentoonstelling bezochten! Van der Elsken fotografeerde niet alleen in Amsterdam, maar later ook rond zijn buitenverblijf in Edam evenals in de rest van de wereld. Indrukwekkend vond ik vooral de multimediapresentatie met muziek van Lou Reed, muziek die helemaal paste bij zijn anarchistische levensstijl. Overleden in 1990, en nu heeft het museum handenvol werk aan de restauratie van zijn foto’s en 42.000 dia’s. Want aan verantwoord bewaren van foto’s in zijn vochtige kelder deed Ed ook niet. Op één uitzondering na, heb ik geen foto’s van de expositie, want het is niet mijn gewoonte om andermans foto’s hier te laten zien. Je kan zelf nog in Rotterdam gaan kijken tot en met 6 oktober a.s. Voor de liefhebbers een aanrader. Mijn eigen foto’s staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157709029531116

Stavelot

4 juni 2019

In verband met enkele fietsevenementen in de komende zomer was het nuttig om hernieuwd kennis te maken met de Ardense heuvels. In het begin van de 80’er jaren kwam ik er vaak en fietste enkele keren de liefhebbers-klassieker Luik-Bastenaken-Luik evenals verschillende andere oefentochtjes. Sinds die tijd ben ik er niet meer met de fiets geweest. Ik was dan ook niet alleen benieuwd hoe de hernieuwde kennismaking zou verlopen, maar zelfs een beetje gespannen. De heuvels zouden er vast nog wel zo bij liggen als toen, maar dat zou zeker niet het geval zijn met mijn fiets-conditie. Ik ging samen met Chrit, van de Tilburgse fietsclub, ook een van de prominente aanwezigen destijds in de Ardennen.

Uitgangspunt was Stavelot, meteen in het Walhalla van het betere klimwerk daar. Daarvandaan ging het de eerste dag op de fiets via Trois Ponts naar Grand Halleux. Rechts van het kerkje begint de Côte de Wanne, een van de grotere kuitenbijters. Ik weet nog dat, als je bij de eerste bocht niet op het kleine voorblad zou zitten, je onvermijdelijk van de fiets af moest en er dan ook niet meer op kwam. Die fout maken we nu dus niet. We begonnen de klim onder steun en toeziend oog van de Heilige Maria van Altijddurende Bijstand. Die zullen ze daar dan ook niet voor niks hebben neergezet. Maar terwijl ik had gedacht halverwege al van de fiets te moeten, is dat niet gebeurd en is de klim me zelfs meegevallen. Ongetwijfeld met een mindere conditie dan 35 jaar geleden, maar ook op een andere fiets, met meer tandwieltjes en een lichter verzet. De techniek helpt dus ook een handje. Wat ook scheelt is dat we vroeger deze helling opgingen na 150 kilometer bergop-bergaf fietsen en nu fris op de fiets na slechts 10 kilometer, en die dan ook nog vals plat omlaag. Na de afdaling terug naar Stavelot nog even de Stockeu opgereden. Heel kort, maar ook heel steil, op bepaalde stukken zelfs 18%. En ook hier niet van de fiets af…! De helling wordt veel aangedaan in de profrondes en de wielerhistorie zie je hier dan ook op het wegdek gekalkt. Helemaal boven een monument met een opsomming van de vele overwinningen van de wielerlegende Eddy Merckx.

Hoewel je het dus niet helemaal kan vergelijken met het fietsen van destijds, vond ik toch dat ik het fietsen nog niet helemáál had afgeleerd. Sterker nog, ik raakte ervan in een euforische en zelfs overmoedige stemming, maar de volgende dag moest ik toch wel wat inbinden. Na drie cols en 45 kilometer verder had ik zoveel pap in de benen, dat ik met de tong op de schoenen nog net de helling tussen Spa en Francorchamps kon afmaken. Leerzame tweedaagse in de Ardennen dus. Maar weer ontzettend veel plezier in het fietsen op hellingen gekregen. Voor de kenners cq. liefhebbers in chronologische volgorde de volgende hellingen afgewerkt: Côte de Wanne, Stockeu, Haute Levée, le Rosier, la Vecquée en hors categorie de klim van Spa naar Francorchamps. Waarvan akte….! Foto’s maken is moeilijk op de fiets, maar er is toch een klein serietje gekomen:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157708944649376