Een weekend met Marcel en zijn ouders naar België: dat stond al een hele tijd op de agenda, maar er was altijd wel een reden waarom het er niet van kwam. Deze keer was die reden er niet en we gingen dus. Uitgerekend in het allerheetste weekend van het jaar als een normaal mens op het strand ligt. Maar ja, dat weet je niet van tevoren en je moet zoiets tenslotte wel minstens een aantal weken eerder vastleggen. Twee jaar geleden was ik al eens met de auto vanuit Frankrijk langs de Maas naar huis gereden en was me al opgevallen hoe fraai die route was. En had me toen ook maar voorgenomen hier nog eens terug te komen. De Maas is hier heel diep uitgesleten en dat heeft het landschap gevormd zoals het er nu bij ligt.
Standplaats deze keer was Lustin, een piepklein dorpje zo’n 10 kilometer onder Namen. Met een mooi huis om te verblijven, maar vooral een mooi uitgangspunt om de streek eens wat beter onder handen te nemen. Vrijdag dus naar Dinant. Daar woonde ooit Adolph Saxe, de uitvinder van de saxofoon. Veel plaatsjes grijpen zoiets aan om zich bij gebrek aan beter op de toeristische kaart te zetten. Dinant doet dit natuurlijk ook, maar heeft dit – als een van de mooiere plaatsen in België – beslist niét nodig. Want Dinant heeft eigenlijk alles al van zichzelf. De fraaie ligging aan de voet van de hoge rotsen en de citadel, waar in de Eerste Wereldoorlog trouwens heftig is gevochten tussen de Duitsers en de Fransen, maar vanaf waar je nu mooi over het stadje kunt uitkijken. Vastgelegd op bijgaande fotoserie: