Van een afstand ziet Phoenix eruit als één grote laagbouw-vlakte met in het midden down-town, een klein kluitje dicht op elkaar gepakte hoge wolkenkrabbers. Eigenlijk een fantasieloos zakendistrict. Maar op de laatste dag van ons bezoek zijn we er toch maar eens gaan kijken. Eerst parkeren in een kolossale parkeergarage en dan maar wat rondlopen. Dan blijkt dat bij nader inzien het best een fraai gebied is. En bovendien dat de hoogte van die gebouwen eigenlijk wel meevalt en ze ook veel verder uit elkaar staan dan dat het er van een afstand uitziet. De architectuur is gevarieerd, er is aandacht besteed aan kwaliteit en kleur en her en der zie je kunstwerken en vooral street-art. En verder het blijkt niet alleen een zakendistrict te zijn, maar er wordt zelfs gewoond.
Het ziet er heel aangeharkt uit, maar toch zie je hier en daar ook wel wat rafelrandjes. Net een echte stad dus. Wel is het er vrij stil op straat, maar dat kan aan de zondag liggen. Er is zelfs een bovengrondse metrolijn, ondanks dat ook in het centrum de auto het voor het zeggen heeft. We raken bij een metrohalte in gesprek met een bewoner van het gebied. Hij woont en werkt er en heeft geen auto, een uitzondering zo gaf hij toe. Fietsen doen ze hier niet en hij heeft zelf dan ook geen fiets. Als het kan gaat hij met de metro en anders met ‘Uber’. Die taxidienst heeft het gewone taxiverkeer ook bijna uit de markt gedrukt, want een taxi op straat aanhouden gaat ook niet.
Dat waren we eigenlijk wel van plan, want we waren onderhand wel erg ver van onze parkeerplaats weg gewandeld en de ‘Uber-app’, die iedereen hier heeft, hadden wij – als niet bepaald early adopters – ook niet. Maar gelukkig was er de automaat bij de metrohalte, waaruit we na enige voorstudie twee kaartjes tevoorschijn konden halen, waarmee we terug naar de parkeergarage konden reizen. Down-town Phoenix is samengevat op: