Utrecht, voor mij de minst bekende grotere stad in Nederland. Toch ligt het maar 20 treinminuten van Amsterdam. Ontelbare keren erlangs gereden of met de trein er doorheen gekomen, maar zelden echt goed bekeken. Hoog tijd om op deze prachtige winterdag eens een foto-excursie naar Utrecht te maken. En daar ontdekt dat een grachtengordel niet alleen het monopolie is van Amsterdam. Hier is er de Oude Gracht, die – in vergelijking met Amsterdam – het extraatje heeft dat op een soort lagere verdieping, vlak boven het water nog terrasjes zijn ingericht, waardoor je op mooie zomerdagen gezellig kunt eten en drinken. Bijzonder is ook de Domkerk en de scheiding van de kerk en toren daarvan. In de 17e eeuw is door een storm het middenschip in elkaar gestort en kennelijk nooit meer hersteld. Toch hebben ze onder de toren voor fraaie doorkijkjes gezorgd, waardoor het eigenlijk toch één geheel lijkt.
Hier meteen maar het idee opgevat om ooit nog eens de toren te beklimmen, maar dat moet dan maar op een warmere dag. Verder, ook fraai met het tegenlicht van de lage middagzon en de winterse rijp op de bomen, het park tussen de Maliesingel en de binnenstad. Wel daar tevergeefs gezocht naar een uitspanning waar koffie wordt geserveerd, maar in de fantasieloze omgeving van het Centraal Station kon nog wel iets worden gevonden. Het gebied rond het station is momenteel één grote bouwput. Er gaan daar futuristische bouwsels komen, het hele Hoog Catharijne gaat op de schop en gaat een grondige facelift krijgen. Hard nodig blijkbaar, maar het viel nog niet mee om de ingang van het station te vinden zonder eerst de nodige winkelstraten te moeten doorkruisen. Het is de nieuwe trend: stations gaan eruitzien als luchthavens, met een overdaad aan winkels, waarbij hun oorspronkelijke functie, het begin (of eind) van een reis op het tweede plan komt. De foto’s van het Utrechtse uitstapje staan op:
Een prachtige Tweede Kerstdag. Na al het binnen zitten in die bepaald niet mijn favoriete decembermaand hoog tijd om er eens uit te gaan. Een met ons vele anderen, zo blijkt. Het mooie weer na lange tijd werkt aanstekelijk. Amsterdam-Noord: het gaat er helemaal bij horen, volgens velen tenminste. Het heeft er nu overigens alle schijn van. Het Noord-gevoel gaat het Jordaan-gevoel vervangen. Nu nog niet echt, maar aan alles zie je dat het er over tien jaar heel anders gaat zijn. Hoogste tijd om eens te kijken hoe het er over tien jaar vroeger was. Alleen al aan het tochtje ernaartoe zie je dat alles verandert. Het Centraal Station is nog steeds een bouwput, en ook de centrale hal lijkt me nog niet helemaal af. Het Oosterdokseiland begint aan de stationskant nu wel zo’n beetje af te zijn, maar aan de andere kant ligt er nog veel braak. Benieuwd hoe het er daar uit gaat zien. Een kort boottochtje gemaakt naar het NDSM-terrein. Vroeger het epicentrum van de scheepsbouw, daarna kwam er een hele tijd niemand meer en raakte het gebied sterk vervallen. Maar hoe meer vervallen, hoe aantrekkelijker voor creatieve en hippe dingen. En over tien jaar is het creatieve vervangen door duur en trendy. We gaan het zien. De wandeling is afgemaakt door helemaal door te lopen naar het pontje bij de Zamenhofstraat. Door een gebied waar ik nog nooit was geweest. Veelal vervallen industrieterreinen en hier en daar wat woningen. Het lijkt me zo dat de toekomstige Noord/Zuid-lijn dit gebied weer tot leven kan gaan brengen. Maar ook dat gaan we zien. Van de tussenstand is op deze mooie winterdag is een foto-serietje gemaakt dat te zien is op:
Voor lange wandelingen is in deze tijd van het jaar bijna geen ruimte meer. Het aantal uren met daglicht is minimaal en als er dan de hele dag ook nog een dikke laag wolken hangt, wordt het voor de fotografie toch wel lastig. Toch viel er nog wel wat te zien op deze wandeling van Geldermalsen naar Tiel. Met de fietsen in trein naar Geldermalsen. Een enorm groot station voor eigenlijk een relatief kleine plaats. Vanaf een viaduct kan je mooi de intercity’s voorbij zien razen en dan zie je pas met welk een geweld die treinen voorbijkomen. In dit seizoen is de natuur dood. Het enige voordeel daarvan is dat je ondanks de toch wel dikke bewolking ver kunt kijken, niet gehinderd door gebladerte aan de bomen. Het is het hart van de Betuwe en ondanks het dode seizoen, zie je de fruitbomen in de knop staan en men is er toch al druk bezig om een en ander te onderhouden. Kennelijk is er toch het hele jaar werk.
We passeren Buren. Dat fraaie plaatsje heeft iets met de Oranjes. Willem van Oranje is er ooit getrouwd met Anna van Buren. En de naam Buren wordt als schuilnaam gebruikt. Want die andere Willem, een van zijn nazaten, heeft ooit – kennelijk nog onopgemerkt – aan de Elfstedentocht deelgenomen onder de naam Willem van Buren. Verderop passeren we de Betuwelijn, ook over een viaduct. Een goederenspoorlijn van het Rotterdamse havengebied naar Duitsland. De aanleg ervan werd hevig bekritiseerd, omdat de lijn niet rendabel zou zijn. En inderdaad, hoe lang we ook op het viaduct over de spoorlijn stonden te wachten… geen trein. Toch schijnen er regelmatig treinen te rijden. Maar zelfs de aanblik van de lijn, zonder trein, was vanaf dat viaduct eigenlijk ook al fotogeniek genoeg. We hadden willen doorlopen naar het station Tiel in het centrum, maar bij het station Passewaaij in een eerdere buitenwijk vonden we het mooi genoeg, ook al omdat het al bijna donker begon te worden en de beentjes ook langzaam begonnen te protesteren. Ondanks het donkere seizoen is er toch nog een fotoserietje gekomen. Kijk maar op:
Aan de treinstations in Nederland wordt druk getimmerd en onlangs is het met afstand grootste station van Nederland geopend: Utrecht. Naast spoor 18 staat het ook nog nieuwe hoofdkantoor van de Rabobank daar heel fraai te zijn met zijn spiegelingen op de glazen gevels. De stationshal van Utrecht is met het invallende zonlicht ook wel mooi, maar oogt in de avond met het witte kunstlicht toch wat koud en lijkt eigenlijk meer – wat betreft licht – op een ziekenhuis. Maar goed, dat was allemaal onderweg. Er zou gewandeld worden met als beginpunt het station Houten Castellum, ook al een nieuw station, aan de rand van een even nieuwe Vinex-wijk. De naam Castellum is ontleend aan de uitstraling van die wijk: een tikkeltje Romeins, hier en daar Venetiaans en veel terracotta dakpannen. Doel van de wandeling vandaag was Culemborg, aan de Lek.
De lage decemberzon, tezamen met de vochtige lucht draagt bij aan de prachtige sfeer die hier hangt. We wandelen eerst langs het Amsterdam-Rijnkanaal, vergapen ons aan de enorme schepen, die hier af en aan varen. Eigenlijk varende woningen met flinke laadruimte die eraan vastzit. Verder langs de Lek, met zijn rivierenlandschap en oude boerderijtjes. De ondergaande zon en optrekkende vochtige lucht dragen bij aan een bijzondere sfeer. Bijna bij invallende duisternis steken we met een pont de Lek over en komen we in Culemborg. Een oudhollands stadje, althans in het centrum waar we op het inmiddels vaste adresje, een Belgisch café op het centrale plein neerdalen en daar Belgische gerechten proeven. December is met weinig daglicht niet echt een fotografie-maand, maar deze dag met bijzonder licht sprong er toch wel uit, vond ik. De foto’s ervan staan op:
Amsterdam verandert in rap tempo en wordt eigenlijk steeds mooier. Van het beeld uit de tachtiger jaren dat het in de stad één grote bende was is – afgezien van op sommige plekken natuurlijk – weinig meer over. Het nadeel is dat de stad, sinds ik er woon, ook één grote bouwput is, met overal wegopbrekingen. Maar zo langzamerhand beginnen er ook dingen af te zijn. Voorzover het duurt, natuurlijk. Een tijdje geleden was het Rijks- en Stedelijk museum al af. Sinds kort ook de achterkant van het Centraal Station, waar vroeger niemand durfde te komen. En nu is er aan het Damrak ineens de nieuwe winkelgalerij, met prachtige mozaïeken aan het plafond. Daardoor krijgt die eerder zo afschuwelijke ‘rode loper’ zijn eerste echte facelift. Over anderhalf jaar is ook de Noord/Zuid-lijn af, waardoor de ‘rode loper’ verder opknapt en ook de noordoever steeds meer bij de stad gaat horen. Dat zie je eigenlijk al bij het EYE-filmmuseum, de A’dam-toren en alles wat daaromheen gebeurt. Op deze schemerige decembermiddag nog even de toren beklommen gezien hoe contrastrijk de stadshorizon er bij invallende duisternis uitziet. Tenslotte nog even over de ‘rode loper’ naar de stad gelopen. Je kon er over de hoofden lopen. Blijkbaar niet alleen maar mensen die er hun eerste kerstinkopen doen, maar – zo te horen – ook toeristen, waarvan ik me afvraag wat die in regenachtig december hier komen doen. Misschien over anderhalf jaar terugkomen om te kijken wat er is veranderd. De foto-impressie van déze dag staat op:
Het jaarlijkse GSA-zwemtoernooi van Marcel in Frankfurt. Het begint zo langzamerhand traditioneel te worden in het eerste weekend van december. Niet dat Frankfurt nou de mooiste stad van Duitsland is, maar met Marcel’s zwemmaatjes is het altijd gezellig. Het bezoek aan het zwembad, waar ik altijd een fotografie-taak heb is soms wat langdradig, maar het eten en drinken na afloop vergoedt veel. In Duitsland begint Kerstmis al een stuk eerder dan in Nederland en de dito markt was dan ook niet te vermijden. De terugreis was met Anton in de auto en voerde langs de rechteroever van de Rijn. Herinneringen aan de fietstocht naar Rome, anderhalf jaar geleden. Maar in december met het schaarse licht en vroege duisternis ziet het er heel anders uit dan in de zomer. Voor een foto-impressie zie: