Naar Berlijn kun je het makkelijkst met de trein. Dat dachten we tenminste. Maar de spoorlijn via Hengelo is niet bepaald een voorbeeld van hoe het moet met het treinverkeer in Europa. Maar liefst 15 tussenstops en dan mag er nog niks misgaan. Maar al in Osnabrück was de trein kaputt. Dat zeiden ze tenminste, zonder verdere uitleg. We moesten zelf maar zien hoe we in Berlijn kwamen. Treinen genoeg zeiden ze er nog wel bij, maar er kwam nog wel een overstap in Hannover bij plus nog wat extra tussenstops. Terwijl we hadden gehoopt aan het eind van de middag in Berlijn te zijn werd dat nu halverwege de avond. Maar dan kom je wel heel voornaam op het Hauptbahnhof de stad binnen. Te laat en te moe om de geavanceerde architectuur van het station te bekijken, maar dat werd later nog eens dunnetjes overgedaan.
Maar als je in Berlijn bent, kan je natuurlijk niet om de muur heen. Zelfs nu die er al meer dan dertig jaar niet meer is. Op een indrukwekkende manier is die episode in de stad in beeld gebracht. Indrukwekkend, omdat ik me de bouw in 1961, de val in 1989 en alles wat daar tussenin zat nog heel goed kan herinneren. Die val is typisch zo’n gebeurtenis waarvan je nog goed weet waar je was toen het plaats vond. Op verschillende plekken zijn nog restanten van de muur te vinden. Op de ‘East Side Gallery’ bijvoorbeeld, een strook muur van ruim een kilometer, die is beschilderd met motieven die aan de DDR-episode herinneren. Nu wel met een strook helemaal wit gemaakt, omdat een aantal weken daarvoor enkele Feyenoord-‘aanhangers’ zonder historisch besef het nodig hadden gevonden om dat deel over te schilderen met een metersgroot logo van Feyenoord. Verderop Check Point Charlie, met een foto-expositie op straat en in een koepel een panorama dat een indruk gaf hoe het leven er aan weerskanten van de muur uitzag.
Maar het indrukwekkendst was nog wel de Stasi-gevangenis in Hohenschönhausen. Een wijk ver oostelijk van het centrum, waar je nog een goede indruk kon krijgen hoe grauw de architectuur van Oost-Berlijn eruit moet hebben gezien. Het weer werkte daarbij ook mee, want die indruk krijg je natuurlijk het best op zo’n grauwe waterkoude dag als die woensdag. De Stasi vond het nodig om je bij het kleinste vergrijp daar op te sluiten. En als je dan door mentale uitputting eindelijk je misdaden had toegegeven kon het zomaar eindigen met een verblijf in een van de strafkampen boven de poolcirkel in de toenmalige Soviet-Unie. En dat allemaal nog niet zo lang geleden en niet zo ver van huis. Een indruk van de muur, de DDR, het station en de rest van de stad staat op:
Het derde onderdeel van Marcel’s vakantie: na een weekje Gran Canaria en een weekje thuis was het nu een (klein) weekje naar Berlijn. En eigenlijk bevallen mij een aantal kleine tripjes minstens zo goed als één langere reis. Berlijn dus: we waren er al vaker geweest, maar de stad verandert voortdurend en al slenterend zie je elke keer weer dingen, die je nog niet eerder had gezien. Zo’n city trip vraagt wel wat meer voorbereiding dan in pre-coronatijd en (dus) ook meer ook dan wij hadden gedaan. Zo moet je bij een beetje bezienswaardigheid tegenwoordig online reserveren. En zo mislukte een bezoek aan de Reichstag voor de zoveelste keer, want daarvoor hadden we eigenlijk al maanden geleden moeten reserveren, ook al omdat er door corona maar een beperkt aantal plaatsen waren. Maar ja, een hele week volgeboekte ‘afspraken’ is wat mij betreft ook niet echt een ideale vakantie. Slenteren dus en de meeste dingen toch maar aan het toeval overlaten.
Zo konden we nog wel terecht in het Pergamon museum met voornamelijk kunst en archeologische vondsten uit Voor-Azië. En bij het panorama, dat een beeld gaf hoe het Pergamon van toen (in West-Turkije) eruit moet hebben gezien. Heerlijk even binnenshuis, want het weer werkte niet bepaald mee, hoewel van eind november niet veel is te verwachten. De meeste dagen waterkoud, geen zon en af en toe van die miezerige motregen. Door de flink oostelijke ligging en het feit dat er geen tijdsverschil met Nederland is, is het er bovendien al om vier uur donker. Maar maandag was een stralende dag en een mooie gelegenheid om de Fernseh-Turm te bezoeken, ooit een status-symbool van de toenmalige DDR.
Op de Alexanderplatz nog wel, door sommigen het mooiste plein van Berlijn genoemd, hoewel ik dat bijna niet kan geloven. Maar misschien werd al dat moois wel aan het zicht onttrokken door de kerstmarkt, want kerstmis begint in Duitsland al rond half november. Maar het uitzicht van de toren is wel degelijk het mooiste wat je in heel Berlijn kunt zien. Wat betreft oppervlakte een enorme stad, vergelijkbaar met de hele provincie Utrecht. Er is niet op een vierkante meter gekeken en de auto heeft er alle ruimte, met een omvangrijk netwerk van vierbaanswegen dwars door de stad. De voetganger komt er wat bekaaid vanaf. Zebra’s zijn er weinig, dus je moet vaak op goed geluk de straat over. Door de enorme afstanden kun je er niet zonder openbaar vervoer, en dat is dan ook meteen uitstekend. Een indruk van de eerste twee dagen en het zicht vanaf boven staan op:
De honderden jaren oude kademuren van de grachten schijnen in zeer slechte staat te verkeren. Vorig jaar is er al een stuk kade aan de Grimburgwal in de gracht verdwenen. Paniek alom, snel kijken hoe de andere kades er voor staan en nu worden her en der in de stad ook andere kades gestut. Dat zijn voorlopige voorzieningen, om verdere rampen te voorkomen, in afwachting van de definitieve reparatie. Maar dan zijn we een hele tijd en vooral ook heel veel geld verder. Ondertussen ontwikkelen zich op en in die tijdelijke voorzieningen spontane tuintjes. Nu in het late najaar nog tamelijk armetierig, maar net zoals afgelopen zomer zal het in de komende zomer weer voor nieuw bloeiend groen in de stad zorgen. En wie weet voor hoe lang? Want zoals het met veel tijdelijke voorzieningen gaat: zouden die misschien achteraf toch niet tamelijk permanent worden?
Nee, dan de nieuwe 3D-geprinte brug over de Oudezijds Achterburgwal. Bepaald niet eeuwenoud, maar brand new. Een fraai kunstwerkje gefabriceerd met een techniek waar ik eigenlijk nog niet veel van snap. Maar toevallig is het wel de eerste 3D-geprinte stalen brug in de wereld. Bovendien niet zomaar een brug, maar eentje die vol met sensoren zit die continue allerlei gegevens over de belasting leveren en – niet in de laatste plaats – over de staat van onderhoud. Zodat rampen zoals bij de kades op tijd kunnen worden voorkomen. Voor de kades, de 3D-brug en alles wat er nog meer te zien was, zie:
Een boodschap doen in Zaltbommel. Mooie aanleiding om er op deze mooie herfstdag maar eens een dagje uit van te maken. Als de herfstkleuren op zijn hoogtepunt zijn. Na de plichtplegingen in Zaltbommel ging het naar het westen langs de Waal. Je moet met de auto wel wat moeite doen om dichtbij de rivier over de dijk te rijden. Want alle wegwijzers zijn erop gericht om je over de zuidelijker gelegen N-weg te leiden, waar eigenlijk niks fotogenieks te zien is. En als er al iets fotogenieks zou zijn, kan je er meestal niet stoppen. Over de dijk dus, en dat lukte aardig. Fraai licht, een dampige lucht waar de zon zacht gefilterd doorheen kwam en dat leverde fraaie vergezichten op over de rivier. Grote schepen over de hoofdverkeersdader van en naar Duitsland. Hier wordt nog maar eens een keer bevestigd dat Rotterdam na Hamburg de grootste Duitse haven is. Behalve de vergezichten over de rivier waren de herfstkleuren nu inderdaad wel zo’n beetje op zijn mooist: bomen met prachtige dieprode bladeren, door het tot nu toe nog ontbreken van herfststormen nog vol in het blad. Hoewel het einddoel van de dag Dordrecht was, hebben we dat doel niet gehaald, maar zijn blijven hangen in Woudrichem. Ook mooi. De fotoserie van die fraaie herfstdag staat op:
Gran Canaria is natuurlijk groter dan de smalle strook bij Maspalomas. Het is eigenlijk een prachtig eiland, dat vraagt om verdere verkenning. Maar dat is allemaal niet gebeurd, ondanks de – weliswaar vage – plannen in die richting. Wellicht onbewust vaag gehouden om de optie open te houden om eens een weekje uitgebreid te kunnen luieren. Marcel had daar sowieso behoefte aan na twintig maanden vrijwel onafgebroken werken. Ik liet me dat graag aanleunen en zo vervielen we al na een dag in een buitengewoon aangenaam ritme, waarbij de dagen voorbij vlogen. Het betekent trouwens niet dat we nergens zijn geweest.
Een middagje naar Puerto Rico bijvoorbeeld, maar liefst tien kilometer verderop en met de lokale bus bereikbaar. En daar meteen gezien hoe het niét moet met de ontwikkeling vaan het toerisme. Het van oorsprong schattige vissersdorpje ligt in een smalle baai tussen hoge rotsen. En op die rotsen hoog opgestapelde appartementencomplexen. Die toeristen verzamelen zich allemaal op een klein strandstrookje of in het kleine aantal straatjes, dat het dorp kent. Want ook die hebben natuurlijk geen zin om het eiland verderop te verkennen. Je gaat je al helemaal afvragen waar al het afval ervan blijft en hoe het mogelijk is dat er schoon water uit die duizenden kranen komt, want behalve wat cactussen hier en daar groeit er ook weinig. Van regenval is evenmin nauwelijks sprake, want dat is nou precies de reden waarom al die toeristen er zijn.
Inclusief wij beiden overigens, want ook wij genieten van het mooie weer, nemen als vanzelfsprekend aan dat er water uit de kraan komt en spoelen onbekommerd het toilet door. En ook in Maspalomas staan er natuurlijk veel appartementen en hotels, alleen niet opgestapeld tegen rotswanden. Maar goed, het was toch een fijn weekje. Zondag vlogen we naar huis en als afscheidskadootje was er nog een fraai zicht op de 3700 meter hoge Pico de Teide in Tenerife. Een indruk van Puerto Rico, de Pico de Teide en al wat op die smalle strook van Gran Canaria nog meer te zien was staat op:
Een béétje stad heeft wel een Gay Pride. Zelfs Gran Canaria heeft er een. Die van Amsterdam is wel bijzonder vanwege zijn optocht over het water, maar elke stad heeft zo zijn eigen methode. In Gran Canaria laten ze het samenvallen met de ‘elfde van de elfde’ en het is daarmee meteen een mix van gay pride en carnaval. Een optocht is er ook niet. Hier verzamelen zich de gays (en dat zijn er hier heel wat) rond 11 uur in de ochtend op een bepaald punt op het strand. Uitgedost (of juist niet) en om 11:11 uur is er enig ceremonieel vertoon en ondanks het toch wel wat vroege uur gaat er ook nog wel een hoop drank mee. Ikzelf was (helaas of gelukkig..?) in mijn gewone vakantiekloffie, maar als extraatje had ik een camera om mijn nek en de heren lieten zich gewillig fotograferen. Normaal wordt het rondlopen met een camera daar niet zo op prijs gesteld, maar vandaag juist weer wel.
De gay pride beperkte zich niet tot dat ene uurtje, maar strekte zich uit over de hele week. Dat is het gebruikelijke werk, in vooral de Yumbo, van veel feest en optredens van A-, B-, of zelfs C-artiesten. Maar of ze een beetje kunnen zingen doet er eigenlijk niet toe. Het gaat om de gezelligheid. En die was er. Een hoog songfestival-gehalte, want daar houden de gays van. Zo was er Johnny Logan uit Ierland, ooit een A-artiest en in zijn jonge jaren heeft hij zelfs twee keer het songfestival gewonnen, maar hij is nu toch wel wat over de datum. Geen beletsel voor de heren om toch maar uit hun dak te gaan en de gezelligheid was er dus niet minder om. De enigszins geserreerde fotoserie van vooral het 11-11-gebeuren staat op:
De planning van de ‘grote vakantie’ zijn we al bijna een jaar aan het uitstellen. We wilden eigenlijk weer eens naar de VS, maar dat land zat tot begin november op slot voor degenen die, zoals wij ook, er niks belangrijks te zoeken hadden. Het land is uiteindelijk wel open gegaan, maar het was te kort dag om e.e.a. georganiseerd te krijgen. Bovendien werd het daar ook te koud voor nog een echt aangename vakantie. Toch moesten we er wel eens voor wat langere tijd uit, want Marcel is al twintig maanden non-stop aan het werk en – behalve die paar dagen in Kopenhagen in augustus – ook zonder noemenswaardige doordeweekse vrije dagen. Maar waar kan je in november in Europa nog naar toe?
Het werd een last minute naar Gran Canaria. De meeste last minutes gaan voor spotprijzen weg, maar dat kon je van dit arrangement bepaald niet zeggen. Maar daar krijg je dan ook wat voor..! In elk geval een ‘over-de-top’ hotel. Althans voor de liefhebbers van dat genre. Er was nog wel een vaag idee om het eiland te verkennen, maar Marcel wilde het liefst uitrusten, lanterfanteren en de zeven dagen zouden vanzelf voorbij vliegen. Ik had er vrede mee, want ik had het eiland al bij eerdere gelegenheden bekeken. En dat voorbijvliegen gebeurde dan ook. Het hotel was eigenlijk een ‘over-de-top’ resort. Dat betekent dat je er niet vanaf hoeft. Je kan dus de hele dag bij het zwembad zitten en de drankjes laten aanrukken. Nadat je er natuurlijk al om acht uur ’s ochtends je handdoekjes hebt neergelegd om je van een mooi plaatsje te verzekeren. Nee, dát ritme was aan ons niet besteed.
In plaats daarvan zwom Marcel ’s ochtends in dat 100-meter (…!!!) zwembad zijn baantjes, gingen we samen rondjes hardlopen, dan naar het strand en ’s avonds naar de Yumbo. Die Yumbo, een bouwsel uit de 70’er jaren, is een fenomeen. Al vijftien jaar geleden, toen ik er voor het eerst kwam, was het al vergane glorie. En sindsdien is het eigenlijk alleen nog maar verder vergaan. Maar er is geen enkele reden om er wat aan te renoveren, want bezoekers komen toch wel. Elk renovatie-initiatief zou bovendien, denk ik, ook kunnen rekenen op heftige protesten, want het zou ten koste gaan van het imago dat het inmiddels heeft gekregen. Heel populair dus en ook met een duidelijke oververtegenwoordiging van het gay-segment. Extra gezellig dus, en daar zaten we dan op een van de vele terrassen een cocktail te drinken en de meute in allerlei uitdossingen voorbij te zien flaneren. De dagen gleden inderdaad zo voorbij. Een indruk van de eerste dagen staat op: