Spoorwegmuseum

23 februari 2018

Het Spoorwegmuseum in Utrecht: al mijn hele leven weet ik van het bestaan ervan. En bijna net zo lang neem ik me voor om er eens naar toe te gaan. Maar vrijdag is het plan dan eindelijk uitgevoerd. De aanleiding was klein: een berichtje met een foto in de krant was voldoende. De trein levert je vanaf Utrecht Centraal voor de deur af, in 20 minuten naar Station Maliebaan met een lange trein en een handjevol passagiers. Je kan ook gewoon lopen in een kwartiertje, zoals we op de terugweg maar deden. Er staan prachtige locs, waaronder de mooi opgepoetste ‘Arend’. Ook een mooi nagebouwd Engels stadje uit de vorige eeuw met de staalfabrieken, waar veel locs werden gefabriceerd. En een mooie opstelling, die illustreerde dat het internationale reizen toen nog een erg deftige aangelegenheid was.

Prachtig allemaal, maar het leukste vond ik nog wel de nostalgie van al hetgeen ik zelf ooit heb zien rijden of erin heb gezeten. Daarom was het maar goed ook dat ik zoveel jaren met het bezoek heb gewacht. Nostalgisch vond ik de groene treinen met hun spitse kop, die als stoptreinen dienden en de intercity’s, ook groen, maar met de zg. ‘hondekop’ die toen nog sneltreinen heetten. De huisstijl was dus groen, en tegenwoordig dus het wat fellere geel en blauw. De treinkaartjes uit mijn jeugd waren van karton, met voorgedrukte bestemmingen. Later kwamen ze uit een computer met een matrixprinter en nu hebben we dus de ov-chipkaart.

Ook werd er in de treinen volop gerookt. De asbakjes zaten in de leuningen en ik herinner me levendig dat de coupés blauw stonden van de rook als je binnenkwam en niemand die erom maalde. Roken vind ik overigens verre van nostalgisch, maar het was toen overal heel gewoon evenals de reclame voor het roken. Op de terugweg nog even het heel eigentijdse dak van het gloednieuwe Utrechtse Centraal Station bewonderd, dat pas officieel is geopend, maar zo te zien nog niet helemaal af is. De foto’s staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157704858678604

Spaarndammerbuurt

15 februari 2018

Ik ben lid geworden van een fotoclub. Het concept is eenvoudig. Ergens verzamelen met koffie en gebak en dan krijg je anderhalf uur de tijd om foto’s te maken van een bepaald onderwerp. Ongeveer een maand later laten we elkaar 15 foto’s ervan zien en zal eenieder de maat worden genomen over het geproduceerde resultaat. Deze keer in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Een buurt gebouwd voor havenarbeiders, maar tegenwoordig is het een domein van allerlei hip volk met dito winkeltjes en eet-en drinklokalen. Veel huizen zijn ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School. Ik kon het niet laten even van het onderwerp af te wijken en een stiekem kijkje te nemen in de nieuwe wijk die aan de noordkant wordt gebouwd: de Houthavens, zo te zien echt een wijk voor de happy few. De opdracht was dus om in anderhalf uur álle foto’s te maken. Jammer dat het net in die tijd zwaarbewolkt was met regenbuien en dat het pas opklaarde daarna. Het is niet anders en het geproduceerde resultaat staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157705015806025

Dordrecht

9 februari 2018

Dat Amsterdam steeds drukker wordt, dat weet zo langzamerhand iedereen wel. Als bewoner van de stad valt het nog niet eens zo op, omdat het de afgelopen jaren toch heel geleidelijk is gegaan. En zoals alles, went dat ook wel weer. Het valt pas op als je eens een keer in de binnenstad van een andere Nederlandse stad loopt en je ziet hoe rustig en relaxed het daar eigenlijk is. Deze keer met foto-maatje René in Dordrecht, een stad die al een hele tijd op het verlanglijstje stond. Toeristen zie je hier niet. Misschien lag het aan het weer. Want het was koud met een stevige wind en aan het eind van de middag begon het zachtjes te sneeuwen. Geen mooi foto-weer dus, want foto’s maken is toch altijd wel een belangrijk doel van zo’n uitstapje.

Ik vond de binnenstad een pareltje, en dat zouden toeristen toch ook moeten zien. Maar toeristen lijden aan kuddegedrag: ze gaan toe naar plaatsen waar iedereen naar toe gaat en ze komen niet op plaatsen waar niemand komt. Dordrecht was voor mij toch ook wel een vage herinnering aan het begin van mijn werkzame leven, toen ik me bezig hield met het binnenscheepvaartverkeer in Nederland. De stad ligt aan het – met afstand – belangrijkste binnenscheepvaartknooppunt van Nederland en hier zie je de enorme schepen met grote duwbakken vol ijzererts naar het Ruhrgebied varen. Jammer genoeg kon ik er geen foto van maken, want de lucht was inmiddels helemaal dichtgetrokken. We hebben ons voorgenomen in de zomer nog maar een keer terug te komen. Het foto-serietje staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157705046237924

Oostenburg

8 februari 2018

December en januari waren grijs en de zon hebben we weinig gezien. Geen al te fotogeniek weer dus en de camera had dus ook een soort van winterslaap. Maar ineens is er dan de zon. Sterker nog, het leek wel voorjaar en een mooie gelegenheid om uit de winterslaap te ontwaken en weer eens in de stad op stap te gaan. Met de camera natuurlijk, want je weet tenslotte maar nooit wat je onverwacht tegenkomt. Er dat bleek de moeite waard! Dan blijken er straten en wijken te zijn waar ik nauwelijks kom, zelfs dicht bij huis.

Oostenburg bijvoorbeeld, dicht bij het spoor tussen Centraal Station en Muiderpoort met nog veel ‘industrieel erfgoed’. Anderen zouden zeggen ‘oude meuk’, maar ik vond het mooi. Het is nota bene nog geen kilometer van mijn huis. Een bewijs dat ik ook – net als al die toeristen – aan kuddegedrag lijd. Het gebied wordt nu nog gebruikt door kunstenaars met hun broedplaatsen in die prachtig verwaarloosde fabriekscomplexen, maar aan alles kan je zien dat er het hoogstwaarschijnlijk over tien jaar niet meer zal zijn. Kan ook haast niet anders, want het lijkt me een A-locatie, zo dicht bij het Centraal Station en andere voorzieningen. Mooie reden om het eens vast te leggen op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157704859352104