Het Twiske

31 januari 2021

Het Twiske: een recreatiegebied ten noorden van Amsterdam. Ondanks dat het er al veertig jaar ligt, is het nog niet echt in beeld bij de Amsterdammers. Maar ja, het ligt dan ook zo’n 15 kilometer ver weg, dus dat is dan ook wel te begrijpen. Want waarom zou je daar dan heen gaan, als je het Vondelpark in de buurt hebt? Het Twiske is dan ook meer in trek bij de Zaankanters en inderdaad ligt Zaandam meteen om de hoek ervan. En het is ook in trek bij mij, want ik heb er in al die jaren talloze malen mijn hardlooprondjes afgelegd. Soms alleen, soms met mijn vaste loopclubje, bestaande uit Theo, Dick en mijzelf. Van oudsher was het Twiske een veengebied, later was er ook landbouw, maar die bracht weinig op, zodat ze het gebied maar hebben afgegraven om zand te winnen voor het Coentunnel-tracé.

Daardoor is er een plas met recreatiegebied ontstaan en is het nu zelfs een beschermd Natura-2000 gebied. Heel goed onderhouden door de Provincie en omliggende gemeenten. Elk jaar worden er bossen hout gesnoeid, die netjes versnipperd worden en waarvan de snippers weer over de wandelpaden worden uitgestrooid. Eventueel afval wordt bijna dagelijks opgeruimd. Het gebied is ideaal om er te draven, maar tijdens dat hardlopen heb je maar een beperkt oog voor het landschap en de natuur, die als een film aan je voorbijtrekken. Laat staan dat ik er ooit foto’s heb gemaakt, want een camera heb je tijdens dat lopen natuurlijk niet bij je. Afgelopen zondag wel, toen ik er met Marcel op de nationale ‘uitlaatdag’ eens heb gewandeld. Ik had hem er van tevoren van verzekerd dat het er heel rustig zou zijn, maar dat viel toch tegen. Het was er zelfs drukker dan op een mooie zomerdag. Wel zijn er natuurlijk foto’s genomen en die staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157718183673797

Wijk aan Zee

23 januari 2021

Nog nooit in de winter heb ik het strand zo vaak bezocht als in het nog maar prille begin van dit jaar. Deze keer weer met Marcel, die zich inmiddels ook heeft ontpopt als strandliefhebber. Misschien komt het ook omdat je door de lock-down, en nu ook al met de avondklok erbij, weinig anders buiten kunt doen dan wandelen. En als je dat niet in de stad wilt doen, kom je al gauw op het strand terecht. Deze keer andermaal in Wijk aan Zee. Het dorp zelf ligt er treurig bij. Het is deels op toerisme georiënteerd, maar alles is dicht. Verder is het sterk afhankelijk van Tata Steel, dat inmiddels het meest milieuvervuilende bedrijf van Nederland is. Veel stofregens komen in het dorp neer, dat dus letterlijk ‘onder de rook’ van het bedrijf ligt. Daarbij komt ook nog dat de toekomst van het bedrijf ongewis is en dus ook het toekomstige werk in het dorp.

Maar op het strand kun je dat achter je laten, hoewel je Tata Steel op de achtergrond niet kunt missen. En daar is meer te zien dan Tata Steel alleen. Deze keer onder meer het paragliden, dat ik met enig ontzag bekeek. Je begint hoog op het duin en dan schijnt alles vanzelf te gaan. Maar ik vroeg me af hoe je moet sturen, van hoogte veranderen en een beetje netjes landen. Want ik vond hun snelheid toch behoorlijk. Ik zag wel de grote ronde stootkussens, die de pijn van het landen wat kunnen verzachten. Maar het lijkt me dat, als ik die dingen onder knie zou hebben, het toch wel een heel leuke sport is. Maar fotograferen is dat ook..! Het resultaat van de dag staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157718108962396

Parnassia

20 januari 2021

Parnassia: zo heet de strandopgang tussen Bloemendaal en IJmuiden. Met gelijknamige strandtent, die – als een van de weinige – ook in de winter open is. Maar nu dus door de lock-down, zoals alles, ook dicht. Hoewel de uitbater toch zijn handel als take away tegen zomerse horecaprijzen aan de man probeert te brengen. Maar waar moet je dan een beetje comfortabel dat kartonnen bekertje koffie bij die straffe wind gaan opdrinken? We gingen er dan ook niet voor de koffie, maar om een stuk richting IJmuiden te lopen. Zelfs in de winter is er veel te doen. Want er wórdt veel gedaan: fietsen, wandelen, hardlopen, kite-surfen en zelfs zwemmen. Er is veel te zien ook, want de lucht is er door de wind van zee helder en je kan ver langs de kustlijn kijken, zowel richting IJmuiden in het noorden als Zandvoort (en zelfs Noordwijk en Den Haag) in het zuiden.

Vogels zijn er ook altijd. Die doen zich tegoed aan de duizenden ‘scheermesjes’, de langwerpige schelpdieren die het koude water niet overleven en bij miljoenen tegelijk op het strand aanspoelen. En de Provincie doet er aan ‘dynamisch duinbeheer’. Ze graven sleuven van tientallen meters breed in de duinen, zetten er rijen paaltjes neer, zodat de wind er zodanig vat op heeft, dat er landinwaarts een bredere duinstrook ontstaat met dito flora en fauna. Een proces van tientallen jaren, dat wel, maar een mooi voorbeeld van hoe men probeert de natuur in stand te houden. Na twee uur wandelen was het wel genoeg. De koffie deden we thuis wel. Evenals het bewerken van de gemaakte foto’s. Die zijn uiteindelijk terecht gekomen op: 

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157718076113691

Het Groene Hart

8 januari 2021

Het Groene Hart: dat label is ooit door planologen bedacht voor het gebied tussen de vier grote steden. Dat moest open blijven als ‘groene long’ voor natuur- dan wel landbouwgebied. En zeker niet worden bestemd voor woningbouw, want “koeien zijn belangrijker dan woningen”. Hoewel de strijd om de ruimte in Nederland nog lang niet voorbij is, is dat label wel een beetje sleets geworden. Het gebied is in elk geval erg populair bij recreanten. Zoals daar zijn (race)fietsers, die op de smalle weggetjes langs de Amstel ook om de schaarse ruimte strijden met automobilisten, zoals wij, die het Groene Hart wel eens op de foto wilden zetten. Helemáál open is die ruimte dus al lang niet meer, want de skyline van de Amsterdamse Zuid-as is tot ver in het Groene Hart zichtbaar. En her en der zie je ook protserige villa’s, nog wel wat verscholen tussen het groen, alsof ze zich toch een beetje schamen voor hun aanwezigheid. En de vliegtuigen, die juist over dát gebied de landing inzetten, waren ook niet te missen. Die gingen ook op de foto, want mijn afwijking, opgelopen tijdens mijn beroepsmatige leven, heb ik nog niet helemaal afgeleerd.

Uithoorn is, gerekend naar Groene-Hart-maatstaven, nog wel een behoorlijk grote plaats. Fraai was nog wel een bouwval van iets dat ooit een kantoorgebouw moet zijn geweest en omgebouwd gaat worden tot een appartementencomplex. Je ziet zelden van die bouwvallen, want in Nederland zijn ze zó weg. Begrijpelijk, maar als doelwit voor de fotograaf toch ook wel jammer. In andere landen, zoals bijvoorbeeld Italië, willen ze nog wel eens wat langer blijven staan. Héél erg fraai was ook die foto-wand in Uithoorn, waar ze gebouwen uit dat stadje in beeld hebben gebracht, samengesteld uit duizenden foto’s van de inwoners van dat stadje. En de moeite waard was natuurlijk ook een van de circa 30 monumenten uit de ‘Stelling van Amsterdam, het Fort aan de Drecht’ uit 1911. Niet alle bouwvallen gaan dus weg, maar worden, zo te zien met behoud van stijl, opgeknapt. Kijk zelf maar of het Groene Hart nog groen is op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157717941126766

Wijk aan Zee

3 januari 2021

In tegenstelling tot de zomer ben ik in de winter niet zo’n strandganger. Maar Marcel had, samen met twee van zijn zwemmaatjes, bedacht dat het wel leuk zou zijn een strandwandeling in Wijk aan Zee te maken. Dus wie ben ik om dan tegen te stribbelen? Maar strandgangers genoeg afgelopen zondag, want het leek wel bijna drukker dan op een doorsnee zomerdag. Het uitzicht op onze stranden is altijd de moeite waard. Je hoeft maar op een duin te staan en je kunt de halve kustlijn afkijken. In Wijk aan Zee kan je dan helemaal naar het noorden Egmond zien liggen. Naar het zuiden, met tegenlicht en een stuk dichterbij Tata Steel.

Het in de winter op het strand wandelen noemen ze ‘uitwaaien’. Ik heb die behoefte wat minder, maar het moet worden gezegd dat het strand en de zee er in de winter ook fraai uitzien. Af en toe zon, afgewisseld met donkere luchten op de achtergrond en een zee die zich door de straffe wind niet onbetuigd laat. Allemaal ingrediënten voor een fraai foto-middagje. Want de camera ging mee, dat had ik dan wél weer bedongen. Er werd trouwens niet alleen maar gewandeld en uitgewaaid. Allerlei vormen van sport werden er beoefend en vooral dat zwemmen op deze toch wel frisse januaridag vond ik indrukwekkend. Zwemmen in de open lucht in de winter is trouwens erg populair de laatste jaren. Regelmatig zie ik – ook in de winter – mensen zwemmen in het water van ons Entrepot-dok. En Marcel zwemt een aantal keren per week in het Miranda-buitenbad, nu door de lock-down alle binnenzwembaden gesloten zijn. Een impressie van het winterstrand staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157717901856383

Prinseneiland

2 januari 2021

Prinseneiland: al maandenlang neem ik me voor om er eens een kijkje te gaan nemen, maar het was er eigenlijk nog nooit van gekomen. Het is een wijkje even ten westen van het Centraal Station, nota bene op loopafstand van huis, dus zo moeilijk kan dat niet zijn. Het zou zaterdag prachtig weer worden, dus ook ideaal voor de camera. Totdat net na vertrek er ineens een grijze mistdeken over de stad werd gelegd. Wég fotomomentjes, maar toen schoot me weer te binnen dat je ook kunt wandelen zonder foto’s te maken. Want er zijn honderd andere redenen te bedenken om een wandeling te maken. Maar meteen schoot me gelukkig ook weer te binnen dat je niet altijd mooi weer hoeft te hebben om foto’s te maken. Dus toch maar weer die camera….!

Prinseneiland ligt aan de westelijke IJ-oever. Die is in de afgelopen jaren aardig volgebouwd. Daardoor is het wijkje een beetje aan het oog onttrokken geraakt als je er over de de Ruijterkade langs rijdt. Of als je met de trein richting Haarlem gaat. Het ligt nu een beetje ingeklemd tussen de hoogbouw aan de IJ-oever en de spoorlijn naar Haarlem. Het krijgt daarmee iets intiems, met het talud van de spoorlijn en met de wat hogere hoogbouw op de achtergrond als afgrenzing. Maar het is een elegante combinatie van verbouwde pakhuizen, grachtenpanden, ophaalbruggetjes en overal water. Aan het eind, en even verder naar het westen, liggen de wat grotere verbouwde pakhuizen aan de Silodam en de Veemkade. En het ding dat je helemáál niet over het hoofd kunt zien is ‘de Pontsteiger’, een inmiddels bijna iconisch appartementencomplex, duidelijk bedoeld voor de happy few en dat daar als een soort enorme rots in de branding eenzaam staat te zijn.

Het gebied is wat mij betreft een voorbeeld van hoe je gevarieerd kunt wonen. Ondanks het ‘progressieve imago’ van Amsterdam is er – wat betreft architectuur – ook weerstand tegen dingen die nieuw zijn en afwijken van hetgeen er al eeuwenlang staat. En als je dan toch zo nodig iets nieuws wilt bouwen, doe het dan ver weg, zodat je het dan in elk geval niet ziet. Maar vaak is het ook zo dat – als dingen er eenmaal een jaar of tien staan – ze ook niet meer weg mogen en inmiddels door de stad zijn omarmd. Het gebied rond Prinseneiland is daar misschien een voorbeeld van. Kijk zelf maar of dat waar is op: 

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157717783345201