Amsterdam

31 december 2018

Nou vooruit, nog eentje dan..! Maar dit is dan echt het aller-, allerlaatste blogje van 2018. Ik had fotografisch het jaar eigenlijk al afgesloten, maar toen was vandaag rond het middaguur het licht buiten ineens prachtig, zodat we de jas hebben aangetrokken, de camera gepakt en via de Zeedijk naar het station gelopen en vandaar de pont naar ‘de toren’ genomen. Voorheen een Shell-kantoor, nu een uitkijktoren, annex duur draairestaurant. Zo te zien was het nu hoogseizoen voor de toeristen. Drommen mensen in de stad, je hoort nauwelijks Nederlands, twee cruiseschepen en lange rijen voor de toren, die we met ons pasje handig wisten te omzeilen. Jammer dat de lucht toch weer dichttrok, toen we boven waren.

Maar bij nader inzien is bewolkt weer toch beter als je richting zuiden wilt fotograferen. En dat moet, als je tenminste de stad wilt fotograferen. Je ziet de stad weer heel anders en elke keer is weer verrassend welke gebouwen in elkaars verlengde blijken te liggen. En aan de andere kant, richting noorden, zie je dat het stadsdeel Noord zo langzamerhand verandert in een grote bouwput. Tien jaar geleden nog een vergeten stadsdeel, dat er eigenlijk niet echt bij hoorde, maar nu echt booming. Doel was inderdaad de toren, maar onderweg zie je dan ineens ook weer van alles, dat de moeite waard is. Dus is er – nog net in 2018 – alsnog een fotoserietje gekomen dat staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157701909794482

’s Hertogenbosch

22 november 2018

Met de fotoclub ging het deze keer naar Den Bosch. Het was een koude, grijze, maar toch droge dag, die ze hadden uitgekozen. Maar elk soort weersomstandigheid wordt als een uitdaging gezien om toch nog wat van de foto’s te maken. En zeker geen excuus om niet te komen. Ik kom geregeld en ook graag in Den Bosch. Maar nu ik hier in mijn eentje spiedend rondloop met de camera in de aanslag, zie ik toch weer dingen die ik nog nooit eerder heb gezien. Zelfs ben ik in straten geweest waar ik nog nooit ben geweest. Dat vond ik die dag eigenlijk ook de bedoeling, want de Parade en de Sint Jan heb ik – met excuus aan de Bosschenaren – al vaak gezien, hoewel ze toch weer in dit serietje voorkomen. De compacte binnenstad heeft de vorm van een driehoek, begrensd door een oude stadsmuur, die op veel plaatsen nog intact is en hier en daar zelfs netjes gerestaureerd. Aan de zuidkant is er een beschermd stadsgezicht en kan niet meer worden gebouwd. Daardoor kan het gebeuren dat je vanaf hartje stad binnen 300 meter ineens over een weidse polder uitkijkt. Aan de andere kanten van de stadsmuur is er natuurlijk wel gebouwd, want anders kun je geen 155 duizend mensen huisvesten. De traverse over het station ontsluit een heel nieuw stadsdeel, geen onaardige architectuur overigens met, zoals je verwacht, woningen, kantoren en horeca. Maar ook is er het imposante Paleis van Justitie, zo ontzettend groot, dat ik me begon af te vragen wat ze daarbinnen allemaal zitten te doen. Toen ik daar, me nog steeds verbazend over de omvang van het gebouw, foto’s stond te maken – want dit vond ik echt bijzonder – werd ik door een vriendelijke meneer verzocht niet te fotograferen. Verzoek braaf opgevolgd, want ‘in aanraking komen met Justitie’ wil ik nou ook weer niet. De fotoserie staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157673996400637

Glow Eindhoven

14 november 2018

Glow: het jaarlijkse lichtfestival in Eindhoven. Ooit begonnen als een feestje van Philips. Maar nu het uithangbord van lichtkunstenaars uit de hele wereld in samenwerking met de ‘high-tech-scene’, die hier in Strijp-S, zeg maar het Nederlandse Sillicon Valley, volop in ontwikkeling is. Strijp-S vind ik trouwens niet een echt aansprekende naam, dus als het gebied ooit nog echt op de kaart moet, zou ik toch maar eens een andere naam gaan verzinnen. Maar achter de schermen schijnen zich hier heel wat technische mirakels te voltrekken. Hoe dan ook, Strijp-S heeft mede vormgegeven aan Glow, een tentoonstelling van ruim dertig ‘objecten’. Eerlijk gezegd vond ik – als technische leek – de meeste niet écht opzienbarend en sommige dingen waren duidelijk voor de fijnproevers.

Desondanks komen er in de hele week honderdduizenden bezoekers op af, dus dat hebben ze bij de afdeling marketing van de gemeente dan wél weer goed gedaan. Het was dus langzaam schuifelen langs de objecten. Maar toch sprongen er drie dingen uit die de twee en een half uur schuifelen toch de moeite waard maakten. De Catharinakerk met een fraaie Spaanse projectie van dansers, de Markt met gevels in felle kleuren en de animatie op de Lichttoren, die toch nog een mooi Philips-tintje gaf aan het festival. Maar na twee en een half uur was het wel genoeg: dóór en dóór afgekoeld en daarna lekker warm in de trein om een eerste blik te werpen op de (veel te vele) foto’s die waren gemaakt. Bij avond fotograferen is trouwens altijd een uitdaging. Flitsen kon daar niet en doe ik trouwens sowieso bijna nooit. Dus het is dan toch maar wat prutsen met de instellingen van de camera en vooral de nabewerking thuis. Voor een bescheiden selectie uit de foto’s zie:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157697802591090

Houthavens

2 november 2018

Het begon met het nog eenvoudige plan om een foto te maken van de Enneüs Heermabrug, die in de nieuwe fotoserie over ‘bruggen’ in de hal van ons wooncomplex niet mag ontbreken. Maar dan kom je ook langs het Zeeburgereiland, in de laatste jaren volgebouwd met woningen. Talloze malen ben ik er met de auto langsgekomen, maar nooit de moeite genomen om er eens een kijkje te nemen. Deze keer was ik te voet en nam dus wel de moeite. Het is een dicht bebouwde wijk, met veel hoogbouw, maar toch met maximaal tien verdiepingen en ook veel ruimte voor mooi groen. Verder ruime woningen en door de gevarieerde materiaalkeuze ziet het er allemaal niet slecht uit. Hoe dan ook een stuk beter dan het architecturale dieptepunt in de 70’er en 80’er jaren.

En toen ik toch eenmaal bezig was met woon-architectuur, is de volgende dag maar eens doorgepakt met de Houthavens, die trouwens al langer op het verlanglijstje stonden. Vroeger een verwaarloosd havengebied ten westen van het Centraal Station, nu een woonwijk in aanbouw, voor de ‘happy few’, lijkt me zo. Hier mag het wat kosten, voor wat betreft ruimte, materiaalkeuze van de woningen en dus ook wat betreft prijs. De wijk ligt aan het water en dicht bij het centrum, dus de huizen gaan als warme broodjes weg voor bedragen tussen de 8 en 12 ton, met flinke uitschieters naar boven, zoals in de Pontsteiger. Die laatste is een soort boog aan het water van 27 verdiepingen met penthouses waarin je kunt verdwalen.

De wijk is een mix van woningen, kantoren, restaurants en hotels, allemaal in wat je noemt ‘het hogere segment’’. Er is ook nog wel wat roestig oud industrieel erfgoed, maar het is me niet duidelijk of dat ooit nog gaat verdwijnen. Maar het zou ook zo maar kunnen dat het blijft, want het schijnt heel hip te zijn en eigenlijk vond ik het hier ook wel passen. Dit stukje gaat dus over zomaar twee nieuwe wijken binnen de ring. Maar de stad staat vol bouwkranen en als je hier over twintig jaar terugkomt is het allemaal af en is er eigenlijk een nieuwe stad bijgekomen. De tussenstand is te zien op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157699916112752

Artis

29 oktober 2018

Omdat ik een abonnement op Artis heb, loop ik er regelmatig even naar binnen. Erg laagdrempelig, omdat het nog geen tweehonderd meter van mijn huis is. Zo ook afgelopen maandag. En elke keer maak ik – bijna onbewust – de vergelijking met de reis die we vorig jaar naar het Serengeti National Park in Tanzania maakten. En vraag me dan af wat eigenlijk de natuurlijke omgeving van die dieren is. Het was maandag ijzig koud en ik kan me dan ook niet voorstellen, dat dat prettig is voor dieren die de tropen als hun oorspronkelijke habitat hebben. En dan heb ik het nog niet eens over de kleine hoeveelheid vierkante meters, waarop de dieren de hele rest van hun leven eindeloze rondjes draaien. Met name het binnenverblijf van de olifanten vond ik tamelijk confronterend. Onbewust denk ik dan toch terug aan Tanzania en hoe de olifanten er dáár bij liepen. Daar staat natuurlijk tegenover dat ze in Artis dagelijks hun natje en droogje krijgen, want in Tanzania is het leven in die zin wat harder en is het eten of gegeten worden. Gezien de kou van maandag zijn bijna alle foto’s binnen gemaakt. Vandaar de oververtegenwoordiging van reptielen, die in de meeste gevallen ook niet meer hadden dan één vierkante meter. Voor meer Artis-foto’s zie:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157672936146227

Santpoort

17 oktober 2018

We hebben het ritme van de wandelingen weer eens opgepakt. Dat was in de warme zomer een beetje verdwenen, maar dit was er een ideale dag voor. We doen het vaak van station naar station en soms is dat dus wat gepuzzel. Deze keer van Santpoort-Noord naar Zandvoort. Eerst een heel stuk door de Kennemerduinen en daarna over het strand. Voor de echte herfstkleuren is het nog iets te vroeg, maar daartegenover staat dat vooral het eerste stuk door een prachtig oud bosgebied gaat, dat langzaam overgaat in duinlandschap. Het is het gebied van de herten en hier hoorde ik een verhaal dat ik bijna niet kan geloven. Die herten heb ik de duinen van Zandvoort wel vaker gezien, maar het zijn er nu zó veel, dat ze er maar liefst 2600 (!!!) hebben afgeschoten. En zelfs nu schijnen er nog ongeveer 1600 rond te lopen. Ze zijn vrij schuw, maar af en toe kon je hun gebrul horen. Ondanks die schuwheid hadden we toch het geluk op een moment oog in oog met zo’n hert te staan. Voor meer bos, duin en strandfoto’s zie: 

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157674604102968

Antwerpen

13 oktober 2018

Een dagje naar Antwerpen stond al heel lang op de ‘bucket-list’. Ik was er voor het laatst in 1998, dus dat werd weer eens tijd. Wel vaker met de trein erdoor of met de auto erlangs gekomen onderweg naar Brussel of verder. Al een jaar of tien hebben ze daar een nieuw centraal station. Met de trein kom je dan in een donker en somber ondergronds hol, maar als je eens een keer uitstapt blijkt het nieuwe station een fraai architectonisch hoogstandje. Treinen rijden er op maar liefst vier verdiepingen, volgens mij nergens ter wereld vertoond. Boven is er de prachtige voorname hal, mooi gerenoveerd met behoud van alle barokke details. Ook in de stad wordt er nog volop aan de infrastructuur gesleuteld. De halve Italië- en Frankrijk-lei is omgeploegd voor een nieuwe metro-lijn die er ooit moet komen. Dan een stukje verderop, op de Meir, richting Schelde en rond de kathedraal: het blijkt niet alleen Amsterdam te zijn, dat zucht onder de massa’s toeristen, maar hier is de concentratie minstens zo groot. Maar misschien kwam het wel door de zaterdag en het – voor half oktober – uitzonderlijk warme weer. Even ten noorden van het centrum staat het nieuwe Museum Aan de Stroom (MAS) met zijn mooie donkerrode architectuur. Je kan met roltrappen helemaal naar boven voor een uitzicht over de stad. Het gebied rond het museum en ten noorden daarvan was eerder een vervallen havengebied, maar is nu volop in ontwikkeling met nieuwe hippe dingen met behoud van het industriële erfgoed, iets wat je wel meer ziet in havensteden. Aan het eind van de dag zouden we lekker buiten mosselen gaan eten, want dat doe je nu eenmaal als je in Antwerpen bent. Dat bleek kansloos, want alle terrassen zaten vol en uiteindelijk moesten we genoegen nemen met een treurige en lawaaiige Italiaan midden in de toeristenfuik. Alle hulde voor Antwerpen dat hard werkt aan de verfraaiing van de stad, maar zo langzamerhand begin ik me af te vragen of het nog wel leuk tegelijk met duizenden anderen een stad te bezoeken. Toch gaat Antwerpen niet van de ‘bucket-list’ af. Op een doordeweekse dag, met een tikkeltje minder mooi weer is het MAS en het gebied erom heen er ook nog wel, inclusief de mosselen. De foto’s van Antwerpen staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157700869961951

Breda

11 oktober 2018

Breda, nog zo’n Nederlandse stad, waar ik zelden of nooit kom. Vroeger, toen ik nog in Tilburg woonde, kwam ik er geregeld. Maar daar ben ik al 43 jaar weg en eigenlijk ben ik – behalve erlangs – nooit meer in Breda geweest. Onlangs wel weer, en ik moet zeggen, het is niet bepaald de minste stad van Nederland. Aanleiding was de grote foto-expositie daar, die ik met René heb bezocht, op meerdere locaties van de stad. Die expositie was zelfs zo groot dat één keer niet genoeg was en we er nog een tweede keer zijn geweest. De bezichtiging van de stad begon al met het station. In het verre verleden was er een piepklein en gezellig stationnetje. Ze vonden het nodig om dat in het begin van de 70’er jaren te slopen om het in 1975 te vervangen door een afgrijselijk en winderig bouwsel. Dat blijkt nu ook gesloopt en is vervangen door een knots van een gebouw, eigenlijk veel te groot, maar bij nader inzien is het ook onderdak voor kantoren. Hoe dan ook, iedereen in Breda is blij dat het bouwsel uit 1975 eindelijk weg is.

Breda was ooit het industriële hart van West-Brabant. De snoepjes van Faam, de frisdrank van Hero en natuurlijk het bier van de Drie Hoefijzers en Oranjeboom, later gefuseerd en anoniem opgeslokt door een of ander Amerikaans conglomeraat en elders ondergebracht. Maar het industriële erfgoed is er nog wel degelijk en ook de moeite waard. De Drie Hoefijzers zijn trouwens overal in de stad terug te vinden, maar het mooiste is nog wel het vroegere art-deco hoofdkantoor van de brouwerij met de glas-in-lood ramen. Verder de Onze Lieve Vrouwekerk met beklimming van de toren. Dat alles was al genoeg voor een hele middag, met weinig tijd voor de foto-expositie en dus reden om de week erna nog eens terug te komen.

De foto’s zelf waren eigenlijk maar een klein onderdeel van het geheel. Het merendeel van wat er te zien was, betrof artistieke uitingen gerelateerd aan fotografie. Sinds het bestaan van de digitale fotografie heeft zich eigenlijk een nieuwe kunstvorm ontwikkeld, ook wel aangeduid als ‘digi-art‘. Ik heb me zelf nog nooit bewogen op dat gebied, omdat ik mijn handen al vol heb aan het maken en bewerken van ‘gewone’ foto’s. Wel merk ik dat ik er inspiratie van krijg en zelfs – zoals in Breda ook weer – een beetje onrustig van word, maar kan me tot dusver inhouden om eraan te beginnen. Maar het blijft op de ‘bucket-list’ en als ik ooit nog eens achter de geraniums terecht kom, weet ik wat ik nog kan gaan doen. Hoe dan ook, het tweedaags bezoekje was meer dan de moeite waard. De ‘gewone’ foto’s van dit bezoekje staan op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157702479704214

Alkmaar

27 september 2018

Van de fotoclub kregen we de opdracht een serie te maken over Alkmaar. Een mooi oudhollands stadje en dat op een prachtige nazomerse dag: dat moet lukken, zou je denken. Maar dat viel nog niet mee. Inderdaad, er was een oud centrum met smalle straatjes en best mooie geveltjes. Maar het overgrote deel van de straten waren winkelstraten geworden, zodat het fotogenieke daarvan er eigenlijk wel van af was. Je vraagt je dan ook af hoe zoveel winkels van zo’n klein stadje kunnen bestaan. Maar het blijkt dat zowat alles wat boven Zaandam woont in Alkmaar komt winkelen. En eten en drinken, want als er geen winkel was, dan was er wel een café of eettent, vaak met terras. Gelukkig kon je de kerktoren via de buitenkant beklimmen en dat leverde tenminste een mooi uitzicht op en dankzij het heldere weer bovendien een foto van het verre Amsterdam, kwalitatief natuurlijk wat minder, maar toch wel bijzonder vond ik. Al met al is er toch een serietje gekomen, zonder winkels en cafés. Ik ben benieuwd waar de rest van de club mee komt, want je kan er altijd weer wat van leren. De bijdrage van mij staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157702432848221

Zaandam

6 september 2018

Oude industriecomplexen, die al jarenlang niet meer worden gebruikt en er verwaarloosd bij liggen. Donderdag weer zo’n vergeten gebiedje ontdekt, aan de zuidkant van Zaandam aan het Noordzee-kanaal: het Hemweg-gebied(je). Ik heb grote moeite gehad om het überhaupt te vinden. Openbaar vervoer is er niet en het staat ook niet op de navigatie van de auto. Maar het zijn wel mijn favoriete gebiedjes. Ze hebben in het aangeharkte Nederland iets anarchistisch. Vooral als het net heeft geregend ligt het er prachtig bij, zoals ook donderdag. Dat wordt nu van overheidswege ook ingezien en dan heten ze ineens ’industrieel erfgoed’ en dan komen er allemaal hippe en creatieve dingen. Met zoveel mogelijk behoud van de industriële architectuur, zoals ook hier. Ik had natuurlijk wel een doel om ernaartoe te gaan: de tentoonstelling ‘Streets of the World‘, van de fotograaf Jeroen Swolfs. Hij heeft alle 195 hoofdsteden van de wereld op de foto gezet en heeft er zeven jaar over gedaan. Hij was op zoek naar positieve dingen die hij zag in al die landen. Zelfs in landen als Irak, Somalië en Afghanistan heeft hij ze ontdekt en kwam vooral uit bij mensen, die de natuurlijke neiging blijken te hebben om – ondanks alle ellende en oorlogsgeweld – toch hun boeltje bij elkaar pakken en weer moed verzamelen om het leven op te pakken. En er weer wat van te maken met de middelen die ze nog ter beschikking staan. De contrasten zijn enorm en hier zie je maar weer eens dat Nederland zo’n gek land nog niet is. Aanrader voor mensen die ‘helemaal klaar zijn met Nederland’, zoals ik af en toe ook hoor. En bijkomend voordeel is dat je natuurlijk zelf niet meer op reis hoeft, maar gewoon naar Zaandam kunt. Tot 30 september nog, dus even opschieten. Daarna gaat de tentoonstelling naar Dubai. De foto-impressie staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157704295494014