Op de kaart ziet het centrum van San Francisco er best overzichtelijk uit. Als je de hele baai als uitgangspunt neemt, is het eigenlijk niet meer dan een kleine landtong eindigend aan de voet van de Golden Gate brug. Maar zelfs die landtong is nog zo’n tien kilometer breed. Nou meten ze daar geen kilometers, maar miles, feets en yards, eenheden die zich ook niet zomaar in elkaar laten omrekenen. En als je in de stad de weg vraagt, is een block ook nog een gangbare eenheid, die elke keer groter blijkt dan je denkt. En als de afstand naar een bepaald eindpunt een couple of blocks is, weet je eigenlijk al genoeg: het is nog een heel eind. Handig om te weten, want we lopen in het fraaie Golden Gate Park, zo’n vijf bij anderhalve kilometer aan de westkant van de landtong, eindigend aan de oceaan. Een mooi doel dus voor een zo’n wandeling.
Tot een aantal jaren geleden kon je er nog met de auto komen, maar nu is het grootste deel het domein voor voetgangers, fietsers, skaters, hardlopers en andere recreanten. Alleen het laatste stuk is nog toegankelijk voor de auto. Daar zien we – ik moest echt even in mijn armen knijpen toen ik het zag – zelfrijdende auto’s. Inderdaad zelfrijdend, want er zat helemaal niémand in die auto’s. Bij nader inzien bleken ze later ook gewoon in de stad tussen het drukke verkeer door te rijden. Maar ja, geen wonder eigenlijk, want San Francisco ligt toevallig wel even bij Silicon Valley, dat intelligente gebiedje waar al die technologische hoogstandjes worden uitgevonden. En als ze érgens rondrijden moet het dus wel hier zijn. Het autopark in de VS bestaat trouwens al lang niet meer uit de grote benzineslurpers van weleer, die je nog wel in de wat oudere Amerikaanse films tegenkomt. De ouderwetse ‘slee’, zonder dak, waarin je ongegeneerd flirtend kon rondrijden, is goeddeels verdwenen en het valt pas op als je er ineens eentje ziet. Nu zijn het de meer compacte auto’s, want ook de Amerikanen zuchten onder de hoge benzineprijzen, hoewel die nog niet de helft zijn van wat wij in Europa betalen.
De wandeling eindigt aan de oceaan, in het Queen Wilhelmina Park, met een molen die ooit door koningin Wilhelmina geschonken zou zijn. Zou zijn, want het bordje met een korte uitleg geeft daarover geen duidelijkheid. Wel is de molen omgeven door een klein ‘keukenhofje’, zo te zien een mooi decor voor het maken van selfies. Een busje brengt ons naar het begin van Haight Street, waar de zestiger jaren met de Summers of Love helemaal herleven. En aan het eind in het Castro District, eigenlijk wel hét epicentrum van het liberale Californië en misschien wel zelfs van de hele VS. Een mooier eind van onze vakantie kan je je eigenlijk niet bedenken. De laatste fotoserie staat op: