Amsterdam heeft ook een zeehaven. Je zou het bijna vergeten, want je hoort of leest er nauwelijks iets over. Toch blijkt het gek genoeg de vierde haven van Europa te zijn. Na Rotterdam, Antwerpen en Hamburg. Dus dan moet het toch wel wat voorstellen, zou je zo zeggen. Maar waar de andere drie steden de haven uitdrukkelijk betrekken in hun ‘city-promotie’, kan je dat van Amsterdam niet bepaald zeggen. Amsterdam is om veel dingen bekend, maar niet om zijn haven. Toch kan je ook hier een rondvaart maken, één keer per maand maar liefst. Afgelopen zondag was het weer zover en een handjevol mensen hadden zich aangemeld. Weer veel, ook nieuwe dingen gezien en gehoord. Olie en steenkool zijn de belangrijkste producten die hier worden overgeslagen. Maar ook auto’s en containers, sinds hier een jaar of tien geleden de nieuwe containerterminal werd aangelegd. Verder doen ze hier veel aan afvalverwerking. Maar overal langs de oever zijn er nog allerlei rommelige gebiedjes, waar (nog) niets haven-achtigs gebeurt en die daardoor een wat anarchistische indruk maken. Al met al de moeite waard dus en de foto’s staan op:
De Noord/Zuid-lijn is inmiddels tot in den treure beschreven. Vaak tot ergernis van niet-Amsterdammers, die vinden dat Amsterdam sowieso te veel aandacht krijgt in de pers. Ook tot ergernis van de helft van de Amsterdammers, die vinden dat het allemaal veel te lang heeft geduurd en te veel heeft gekost. Bovendien wordt er veel geklaagd omdat veel reizigers erop achteruitgaan, omdat ze langer onderweg zijn of meer moeten overstappen. Allemaal ellende dus. Nu zijn ze hier heel goed in klagen en mopperen en degenen die erop vooruitgaan (en die zijn er ook) hoor je niet. De ervaring leert ook dat veranderingen hier altijd lastig blijken te zijn en als men eraan gewend is, willen ze niet meer anders. Ik neem dus bij de NZ-sceptici enig risico door nu nog – als mosterd na de maaltijd – een blogje over de NZ-lijn te plaatsen, nu de lijn al bijna twee weken in gebruik is, en foto’s te plaatsen die al duizenden keren zijn gemaakt. Onlangs heb ik zelf ook maar eens een ritje gemaakt en alle stations eens goed bekeken. Ik vond het erg mooi, elk station heeft zijn eigen bezienswaardigheid en vond dus ook dat een foto-serietje erover in mijn verzameling niet mocht ontbreken. Dus mocht je er nog niet genoeg van hebben kan je altijd nog even kijken op:
De ‘Pride Walk‘, zaterdag de officiële opening van de week die eindigt met de ‘Gay Pride‘. Een stoet van 12.000 deelnemers van het homo-monument naar het Vondelpark. Kleinschaliger dus dan de Gay Pride zelf. Die begint de laatste jaren steeds meer het feestje te worden van bedrijven, politieke partijen en andere organisaties. Je hoort af en toe dat zo’n Gay Pride overbodig begint te worden, omdat het homo-zijn in Nederland inmiddels wel geaccepteerd zou zijn. Veelal is dat ook wel zo, maar ik zou dat niet willen stellen voor alle delen van Nederland. En zelfs in bepaalde buurten in Amsterdam kun je als homo maar beter niet gaan wonen. Verder is het zo dat homoseksualiteit in 139 landen verboden en je zelfs in 9 landen de doodstraf ervoor kunt krijgen. Bijzonder was dat de vlaggen van die negen landen in de optocht werden meegevoerd. Het aantal landen waar je nog met goed fatsoen op vakantie kunt wordt bovendien ook met het jaar kleiner. Kortom het is allemaal dus beslist niet overbodig. Reden genoeg voor treurnis dus, maar de gezelligheid stond ook voorop. De Pride Walk mag dan kleinschaliger zijn dan de Gay Pride, maar wat mij betreft minstens zo gezellig. En het publiek langs de kant vond dat ook. En eigenlijk ook de hele stad, want overal zie je de regenboog-kleuren. De foto-impressie staat op:
Tweede en laatste blogje over het weekend in Zwitserland. Op zaterdag zou door Marcel de Züricher-See worden overgezwommen. ‘Zou’, want het evenement is op vrijdag afgelast. De weersverwachting was te slecht. Evenals in Nederland is het hier ook al wekenlang mooi weer, maar uitgerekend op die zaterdag zou het slecht zijn. Maar het voorspelde slechte weer op zaterdag bleef uit en achteraf bleek het evenement eigenlijk ten onrechte afgelast. Wel gingen alle daarmee samenhangende sociale activiteiten door en werd er, weliswaar zonder de oversteek, toch nog in het meer gezwommen. De stad zelf is klein maar fijn. Prachtig aan het meer gelegen en brandschoon. De trottoirs worden hier zelfs gestofzuigd. Opvallend vond ik ook het mooie design van verschillende Swiss-made spullen. Mooi en duur, maar ze stonden er wel voor in de rij. Zondag een uitstapje de bergen in: de zg. drie-passen tocht aan de voet van het Gotthard-massief: Süsten-, Grimsel- en Furka-pas. Hier bleek maar weer dat de camera onmogelijk kan vastleggen wat het oog kan zien. Ondanks, maar misschien ook wel dankzij de bewolking een prachtige tocht met de Rhône-gletsjer als (ook letterlijk) hoogtepunt. Mooie uitleg hoe het gebied er in 2090 uit gaat zien. Verdwenen gletsjer, maar grotere en meer bergmeren. Er was aan de voet van de gletsjer nog een ijsgrot, die met – eigenlijk foeilelijke – witte doeken tegen het zonlicht werd beschermd, nu nog bron van inkomsten, maar die zullen er in 2090 ook wel niet meer zijn. De foto’s staan op:
Een weekend in Zürich, Zwitserland. Hoofddoel was een zwem-evenement van Marcel op zaterdag. Maar we zijn er een lang weekend, dus ook wat tijd voor sightseeing. Weer iets nieuws, want zo vaak kom ik niet in Zwitserland, want het land heeft de naam flink duur te zijn en is dus wat minder in trek als toeristenbestemming. We zullen het zien. Op vrijdag maken we een prachtige bergwandeling rond Schwyz, een uurtje met de auto naar het zuiden. Met een soort trein bijna verticaal naar boven, nog een stuk met een kabelbaan en dan lopen we drie uur over een bergkam met schitterend uitzicht over het Vierwoudsteden-meer. Het blijkt inderdaad allemaal erg duur. Niet alleen drankjes op het terras, maar vooral uit eten is bijna prohibitief duur. Daar staat tegenover dat het wel een prachtig land is, tenminste het gebied waar we hebben gelopen. Er was slecht weer voorspeld, maar dat kwam eerder dan we dachten, zodat we nog moesten opschieten om nog net voor een flinke plensbui de kabelbaan uit te kunnen komen. De foto’s van de tocht staan op:
Weer een fiets-wandel etappe met René langs de rivieren. Deze keer – als vervolg op het etappetje van vier weken geleden langs de Linge nu – grotendeels langs de Waal – vanaf Geldermalsen naar Nijmegen. De Waal is met afstand de breedste rivier van Nederland, de drukste scheepvaartroute en daar komen dus niet de minste schuiten voorbij. Je kan dan een hele tijd blijven zitten langs de rivier om dat allemaal voorbij te zien trekken, en dat deden we dus ook. Het is eigenlijk misschien toch wel de mooiste rivier, maar dat kwam misschien ook wel omdat het grootste deel van de route over de dijk is gefietst, met fraaie dijkhuisjes en een hoger uitzicht over de rivier en het omliggende land, dat er op deze lome zomerdag bij lag als vijftig jaar geleden. Dat gevoel werd natuurlijk nog sterker toen ik ook nog eens mijn geboortedorp Winssen passeerde, dat er eigenlijk ook nog net zo bij lag als toen. Alleen even niet gerekend met de vierdaagse-kermis in het ineens weer hedendaagse Nijmegen, met een overvol station, waar het uiteindelijk toch is gelukt om de fietsen in de trein te wurmen. De foto’s staan op:
Op bezoek bij een vroegere studievriend in Maastricht, met onder meer een wandeling langs het industriële erfgoed, de ENCI (Eerste Nederlandse Cement Industrie) aan de Maas ten zuiden van de stad. Eigenlijk ook de Laatste Nederlandse Cement Industrie, want het schijnt dat ze daar eindelijk met de winning van de mergel gaan stoppen. In de afgelopen tientallen jaren is daar een enorm gat geslagen, maar blijkens een kunstwerkje bij de ingang van het complex hebben we er het beton voor onze huizen aan te danken. Geleidelijk worden de activiteiten daar afgebouwd en het landschap wordt nu gerenoveerd. Mooie gelegenheid om er eens een kijkje te nemen en te zien wat er gaande is en hoe het erbij ligt. Het ligt in een prachtig gebied aan de Maas met uitzicht over de stad. Hoe het er in de komende tientallen jaren uit komt te zien, is nu nog niet goed voor te stellen, maar ik hoop dat ze er tenminste een deel van het industriële erfgoed laten staan. De gebouwen bij de ingang lijken voorlopig gered, want een deel ervan heeft al een nieuwe bewoner: de AINSI met misschien wel een knipoog naar de uitspraak van de naam van de vorige gebruiker. Ik moest natuurlijk wel even opzoeken wat het betekende: ‘Art Industry Nature Society Innovation‘. Veel creativiteit en allerlei andere hippe dingen dus en dat was ook zo toen we er even binnenliepen. Eigenlijk lenen oude industriecomplexen, zich uitstekend voor dit soort activiteiten, een ontwikkeling die je in meer steden ziet. De foto’s staan op:
België, ‘the day after‘ de verloren halve WK-finale. Ik had niet de indruk dat die Belgen bij de pakken gingen neerzitten, want de terrassen zaten ouderwets vol en de pintjes kwamen overal gezellig door. Tenminste in Luik, maar het zal elders in België niet anders zijn geweest, neem ik maar aan. Gisteren ging het dus naar Luik, niet om te kijken hoe het land er na de wedstrijd bij lag, maar omdat die stad al een hele tijd op het verlanglijstje stond. En het moest maar eens een keer van dat lijstje af, zo vonden we. Het spoor ging trouwens wél bij de pakken neerzitten, omdat ze het daar nodig vonden te gaan staken. Maar dat zal wel een andere reden hebben gehad dan het voetballen. Behalve dan weer het boemeltje van Maastricht naar Luik, dat gek genoeg wel reed en ons op een leeg station Guillemins afleverde. Een gloednieuw TGV-station, dat de stad Luik weer een beetje van zijn imago van een vervallen staalindustriestad af moet helpen en duidelijk bedoeld om duizenden reizigers per uur af te werken.
Alleen vandaag even niet, want het lag er verlaten bij met een enkele teleurgestelde reiziger, maar daardoor des te fotogenieker. Verder ging alles vanzelf. Je hoeft alleen maar op je dooie gemak van het station Guillemins naar het Place Léopold te kuieren, je ogen de kost te geven en de stad en het leven ontrollen zich vanzelf gewillig voor het oog en de camera. Heel fraai was nog wel de lange trap, die je naar een hoger stadsdeel brengt met een mooi overzicht over stad en Maas. De terugreis naar Maastricht kon dan weer niet met de trein, dus dat leverde ons een ongemakkelijk busritje met veel omwegen op, zodat we net de intercity naar Amsterdam misten. Mooie reden om nog een uurtje in Mestreech te blijven voor een ‘hèpske en een drènkske‘ op een terras. Het fotoserietje staat op:
Met de 50-jarige fietsclub weer een tweedaagse tocht gemaakt. Dit keer van Den Haag naar Goes, langs het water. En langs de waterwerken, waar Nederland een zekere faam mee heeft opgebouwd. Het boottochtje waarmee de oversteek over de Nieuwe Waterweg naar de Maasvlakte was indrukwekkend en gaf een indruk van wat daar allemaal beweegt en in elkaar worden geknutseld. Verder over de eilanden naar de Oosterschelde-dam, die na ruim dertig jaar aan renovatie toe is. Tenslotte door Zeeland, eigenlijk meer een Duitse enclave, naar Goes. Lekker gefietst en tussendoor geprobeerd te fotograferen, want de fietsclub houdt – net zoals ik trouwens – van doorfietsen. De foto’s staan op: