Slechts een heel klein deel van de oppervlakte in Los Angeles is hoogbouw. Dat is dus wat hier down-town heet. Het is vooral een zakelijk district en er wordt relatief beperkt gewoond. Het is meteen het centrum van het metro-netwerk dat Los Angeles toch blijkt te hebben. Alleen wordt het nauwelijks gebruikt. Je kan wel een metrolijn aanleggen, maar als dan nog steeds heel weinig mensen op loopafstand van een station wonen, heb je er niet veel aan. Bovendien is het imago van openbaar vervoer hier heel anders. Openbaar vervoer is iets voor de minder welgestelden, en als het niet echt nodig is ga je daar dan ook niet in zitten in een land waar je status mede afhangt van wat er in je portemonnee zit. Kortom, de auto is hier de baas. En omdat je de ruimtelijke ordening niet zo snel kunt veranderen, zal dat ook nog wel een tijdje zo blijven.
Op het eerste gezicht en van veraf ziet down-town eruit als een kluitje compacte wolkenkrabbers. Maar als je er eenmaal bent, blijkt er nog veel en zelfs braakliggende ruimte tussen de hoogbouw te zijn. En waaraan is te zien dat het ooit een ouder, en misschien wel meer leefbaar centrum is geweest. Want al met al maakt dit stadsdeel nu een tamelijk rommelige indruk Maar ook kan je zien dat ze er wel wat van proberen te maken. Op de oudere gevels is er dan ook de nodige street-art te zien in een poging om het graffiti-geklieder naar een wat hoger niveau te brengen. Verder blijkt het trouwens niet alleen een zakelijk, maat ook een cultureel centrum te zijn. Hier staat inmiddels een state-of-the-art concerthal en ernaast een fraai museum voor moderne kunst, waar we anderhalf uur doorbrengen. En tenslotte zie je hier en daar nieuwere appartementencomplexen verrijzen, kennelijk in een poging het wonen, werken en culturele leven weer wat samen te brengen. Down-town L.A. staat op: