Deze keer was het mijn beurt om een tochtje voor onze fietsclub te organiseren. Ik ben het enige Noord-Hollandse lid van de club, dus dat zou dan een tochtje door Noord-Holland worden. De rest woont rond Den Haag/Leiden. De meeste andere tochtjes van de club worden dus in het Zuid-Hollandse gereden. Het valt me op dat Noord-Holland toch een stukje minder dichtbevolkt is. Sterker nog, ik heb het gevoel dat, zodra je boven Amsterdam komt, de Randstad ophoudt. Alles boven Alkmaar heet zelfs West-Friesland. Het tochtje begon in het Twiske, een aangelegd en goed onderhouden natuurgebied. Er is ruimte voor recreatie, maar ook voor grazers, die daar een schijnbaar oneindige ruimte hebben.
Dan Zaandam, met twee gezichten. Eerst het industriële Zaandam, vooral gericht op voedingsmiddelen. Niet voor niets heeft Albert Heijn hier zijn thuisbasis. Verder de Zaanse Schans, Zaanse huisjes en een molenparkje. Klein maar fijn en een van de toeristische topattracties van Nederland. Alles behalve het Nederlands is daar de voertaal. Daarna opent zich een wijds polderlandschap, platter dan plat, met weinig bomen, zodat je hier oneindig ver kunt kijken. De Rijp, aan de rand van de Beemster, was het verste punt. Een wel heel erg rustig en aangeharkt dorpje, met huisjes strak in de verf, dat daardoor meer weg heeft van een openluchtmuseum dan van een levendig dorp waar van alles te beleven is. Het fietsplezier was er niet minder om. Een foto-impressie van dit deel van Noord-Holland staat op: