Amsterdam Light Festival

27 december 2022

De bedoeling was om maar weer eens te proberen een fotoserie van het jaarlijkse Amsterdam Light Festival te maken. Proberen…, want fotograferen bij (en van) kunstlicht is sowieso niet mijn liefhebberij. Verder viel de verzameling lichtobjecten andermaal tegen, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Maar je moest kilometers lopen om die uitzonderingen te vinden. Verder was er deze keer weer een overdaad aan licht-objecten met gekleurde TL-buizen, die tegen een donkere achtergrond te veel contrast geven waardoor ook de kleuren op de foto niet goed uit de verf komen. Daarom is het resultaat evenals in eerdere jaren niet wat ik ervan had verwacht.

Totdat ik me realiseerde dat ook zonder dat ‘festival’ de stad in deze donkere dagen toch al fraai verlicht en belicht is. Vandaar dat ik het foto-wandelingetje nog maar eens een herkansing heb gegeven en me heb gericht op de route vanaf het Centraal Station via de Dam, het Rembrandtplein en het Leidseplein. Jazeker, het is de meest platgetreden toeristische route in de stad die je kunt bedenken. En de foto’s die ik er maakte zijn alleen al in deze dagen vast wel door duizenden anderen gemaakt. Maar eerlijk gezegd vond ik die platgetreden route met verlichting en belichting minstens zo fraai als het licht op dat festival. En ook al zijn alle ‘objecten’ langs die route op duizenden ansichtkaarten en websites te zien, bij avond staan ze er nét weer wat anders bij. “Amsterdam in de donkere dagen” is samengevat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720304868469

Almere

17 december 2022

Almere is een van de snelst groeiende steden van Nederland. De vroegere Zuiderzee, later IJsselmeer, werd rond 1970 drooggelegd en in 1977 kwamen de eerste bewoners, die nog jarenlang hebben moeten wonen tussen bouwterreinen, zandvlaktes en modderpoelen, zonder al te veel groen. En voorzover er toen al groen was, was het niet meer dan een verzameling korte sprietjes, die nog jaren nodig zouden hebben om er een beetje van te kunnen genieten. De eerste bewoners werden toen pioniers genoemd. Een terechte benaming, want je moest toen wel heel veel geduld en een heel optimistische en vooruitziende blik hebben om de sprong naar Almere te maken.

Maar nu zijn we 45 jaar verder en inmiddels wonen er 220.000 mensen en is Almere de achtste stad van Nederland. De stad ligt helemaal beneden zeeniveau, en aanvankelijk was het de bedoeling om de stad uit meerdere kernen te laten bestaan. Daar is men op teruggekomen, en er is nu een duidelijk centrum ontstaan dat inmiddels een grootstedelijke allure zou hebben gekregen. Dat stond tenminste in een promotieberichtje over de stad. In datzelfde berichtje werd een stadswandeling gepresenteerd, en dat was voor mij aanleiding om er met de camera eens een kijkje te nemen. Zoiets moet je eigenlijk in de zomer doen, want op zo’n koude decemberdag ligt zo’n stad er toch wat minder prettig bij. Hoe dan ook, het is toch een vrij compact centrum geworden, goed bereikbaar vanaf het hoofdstation met gevarieerde architectuur en gebruik van mooie materialen en kleuren. En mooi gelegen aan een binnenmeer met strand-allure, dat er inderdaad in de zomer wat aantrekkelijker uit moet zien. Dan maar weer eens gaan kijken. Deze december-impressie staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720304709530

Frankfurt

3 december 2022

Frankfurt: niet de állermooiste stad van Duitsland. Toch ging ik met Marcel en zijn zwemmaatjes mee, die daar het traditionele ‘X-mas toernooi’ afwerken. Want er is een lekker hotel, we eten gezellig met de club, we doen een hardlooprondje langs de Main en ik trek er op die zaterdag met mijn camera op uit. Genoeg reden dus om toch maar weer mee te gaan. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, maar het bijzondere van Frankfurt is toch wel de combinatie van oud en nieuw. Ondanks de bombardementen in de oorlog is er veel van het oude middeleeuwse centrum bewaard gebleven. Dat steekt – wat mij betreft toch wel fraai – af tegen de wolkenkrabbers die overal in het centrum zijn neergezet. Frankfurt heeft dus alle kenmerken van een wereldstad gekregen en is inmiddels het financiële centrum van Duitsland. En omdat daar ook over onze euro wordt gewaakt is het dat zelfs van Europa. En ze zijn er nog lang niet uitgebouwd, want zelfs op de kleinste postzegel in de binnenstad zijn ze in staat weer een nieuwe wolkenkrabber neer te zetten.

Ik ging dus, ondanks de kou, met mijn camera op stap. Behalve de oud-nieuw contrasten was er nog een andere bijzonderheid waarover de laatste week in het nieuws wat te doen was: veel bomen staan zelfs in het begin van december nog vol in het blad. Daardoor kregen ze heel bijzondere diepe kleuren, die ook nog eens fraai afstaken tegen de glazen gevels van de hoogbouw. Maar na drie uurtjes rond drentelen door het centrum kreeg ik moeite om met mijn verkleumde vingers de kleine knopjes van mijn camera-instellingen nog goed te bedienen en was het wel genoeg. Maar het serietje is er gekomen en de Frankfurt-impressie staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720304360847

NDSM

1 december 2022

NDSM (het terrein van de vroegere ‘Nederlandsche Dok- en Scheepsbouw Maatschappij’): daar was ik al een tijdje niet meer geweest. Wel had ik gehoord dat het daar rap aan het veranderen is. Al tientallen jaren gebeurt daar op het gebied van de scheepsbouw niks meer, en het werd daar langzamerhand een rommelige rafelrand. Totdat het gebied werd ontdekt door het hippe volkje, dat vond dat je beter kon eten en drinken in oude zeecontainers dan op de grachtengordel. En zo ontstonden de bijna iconische horecagelegenheden Pllek en Noorderlicht. Die natuurlijk gaandeweg ook commerciëler zijn geworden. Tegelijkertijd hadden de projectontwikkelaars het gebied ontdekt, die er grote wooncomplexen gingen bouwen plus de nodige basisvoorzieningen, zoals winkels, horeca en andere voor het wonen belangrijke dingen. Alleen bepaald niet in de rommelige stijl die het gebied eerst uitstraalde. Die nieuwbouw zou vooral in de laatste tijd een hoge vlucht hebben genomen, en het werd dus hoog tijd dus om eens te kijken hoe het gebied er nu bij lag.

Al bij het aanmeren van de boot valt op dat de westkant van het NDSM-terrein bijna volledig is volgebouwd. Hoewel er nog steeds braakliggende stukjes liggen, waar inmiddels ook al weer bouwkranen staan. Geen onaardige bouw trouwens, met gevarieerd gebruik van materialen en kleuren, die fraai afsteken tegen de blauwe lucht. Aan de oostkant is er nog steeds die rommeligheid. Daar vooral veel street art, maar zelfs dát is prooi geworden van de commercie, waar je tegen betaling van 20 euro (..!!!) ergens in een hal sommige kunstwerken kunt bekijken. Niettemin is er buiten op dat gebied nog veel fraais te zien. Ook is er nog steeds veel industrieel erfgoed uit vervlogen tijden, waar nu vooral broedplaatsen en werkruimten van aankomende kunstenaars zijn. Hoe zich dat in de komende jaren zal ontwikkelen…., we gaan het zien. De huidige stand van zaken staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720304166561

Allgäu

17 november 2022

Neuschwanstein: zo heet het toch wel wat overgedimensioneerde kasteel dat Koning Ludwig zo’n anderhalve eeuw geleden voor zichzelf en voor zijn representatieve doeleinden liet bouwen. Het kasteel was niet echt het doel van de wandeling die we donderdag maakten, maar heel in de verte was het verrassenderwijs ineens zichtbaar. Hemelsbreed toch nog zo’n 8,5 kilometer ver weg, zo kon ik met behulp van google maps vaststellen, maar met mijn telecompactje en wat nabewerking thuis kon ik het toch nog wel enigszins in beeld brengen. De wandeling was onderdeel van het bezoekje aan mijn zus in de Allgäu, in het zuiden van Beieren, dat inmiddels bijna een jaarlijks ritueel is geworden. Behalve de gezelligheid die dat met zich meebrengt, woont ze ook nog in een prachtige streek, met een heerlijk klimaat. Geschikt om in de zomer uitdagende fietstochten te maken en in de winter – voor de liefhebbers – lekker te skiën. Maar in dit november-tussenseizoen kan er vooral worden gewandeld. En het weer werkte mee. Zie bijgaande serie:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720304019019

Innsbruck

15 november 2022

Het jaarlijkse bezoekje aan mijn zus in Duitsland is aangegrepen om ook Innsbruck, waar haar dochter woont, maar eens te bezoeken. Innsbruck, een kleine twee uur rijden verderop, stond al heel lang op mijn lijstje van ooit nog eens te bezoeken steden. Ook al omdat ik er in de folders zulke fraaie foto’s van had gezien. En dat wilde ik niet alleen met eigen ogen zien, maar die foto’s natuurlijk ook zelf gaan maken. Innsbruck is sowieso een fraaie stad. Niet al te groot, zo’n 130 duizend inwoners, maar een mooie, compacte en gezellige middeleeuws aandoende binnenstad met veel barok-beschilderde gevels, die je in Oostenrijk vaker ziet. Alleen begint, net zoals in Duitsland, ook hier kerstmis al rond half november met een overvolle kerstmarkt, die veel moois aan het oog onttrekt.

Maar wat desondanks de stad extra mooi maakt is de wat mij betreft ongeëvenaarde ligging. Niet alleen fraai gelegen aan de Inn, maar vooral doordat de stad aan beide kanten is omgeven door hoge bergen, die – waar je ook kijkt – hoog boven de zichtlijn van de meeste gebouwen uitsteken. En wat de stad nog weer méér extra mooi maakte was het schitterende weer met strakblauwe luchten. Daardoor vormden de bergen en de lucht een fraaie achtergrond van alles wat in de stad te zien was. Dat mooie weer moet je in november altijd maar afwachten, want grijze en regenachtige dagen zijn in dit seizoen ook in Innsbruck heel gewoon. Al met al dus ideale omstandigheden om de foto’s te maken die ik altijd al had willen maken. Klik maar op onderstaande link om te zien of dat een beetje is gelukt.

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720303968468

Utrecht – Amsterdam

11 november 2022

Hoewel al laat in het jaar, was het toch nog zodanig mooi weer, dat een al langer gekoesterd idee van René kon worden verwezenlijkt: met zijn e-bike van Utrecht naar Amsterdam. Met de trein heen en met de fiets terug. Andersom kon ook, maar door de voorspelde strakke zuidenwind gingen we toch maar met de trein heen. Op zich geen enorme fietsafstand en met de lekkere rugwind zou het dus ook voor mij, zonder extra aandrijving, niet al teveel moeite hoeven kosten. We zouden dus min of meer naar Amsterdam kunnen terugzeilen. Maar omdat de camera’s ook meegingen zouden we er toch nog wel wat tijd voor moeten uittrekken, zo was tenminste de ervaring. Het begon al met een extra rondje door de binnenstad van Utrecht. De Domtoren, eigenlijk toch wel het icoon van Utrecht, is al een aantal jaren ingepakt en ondergaat een grondige renovatie. Het zal bovendien nog wel een tijdje duren voordat de toren weer wordt uitgepakt. Utrecht zal zijn icoon dus een hele tijd moeten missen en kijkt al die tijd aan tegen een stellage, met alleen nog een gaatje voor de klok, waardoor je tenminste nog het idee krijgt dat hier een kerktoren staat.

We blijven verder wat lang hangen bij het fotogenieke Slot Zuylen, dat er in de al late najaarszon mooi bij lag. Verder langs de Vecht, waar ooit voornaam werd gewoond, maar waar de villa’s nu vooral representatieve uithangborden zijn van bedrijven of instituten. En om Breukelen konden we helemaal niet heen. Daar hadden ze de lekkerste uiensoep van Nederland, zeiden ze daar tenminste. Maar de smaak kwam wél in de buurt. Totdat we ons realiseerden dat we – om nog voor het donker terug te zijn – toch onderhand wel wat moesten voortmaken. Dus ging het kaarsrecht langs het Amsterdam-Rijnkanaal, met een wat hogere versnelling en de e-bike op de turbo-stand, terug naar Amsterdam, waar de zon net was onder gegaan. De gemaakte fotoserie staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720303633365

Rotterdam

28 oktober 2022

Het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam is wegens een renovatie dicht. Tien jaar nog wel, en dat betekent dus het tijdelijk opbergen van alle kunstwerken in een ‘depot’. Op zijn Rotterdams gezegd dus in ‘de pot’, en het leuke ervan is dat het depot ook echt als een bloempot is ontworpen. En daarmee ook meteen een toeristische attractie is geworden. De bloempot is rondom helemaal bekleed met spiegelende platen, zodat je – als je komt aanlopen – de zonnige skyline van de stad enigszins kromlijnig weerspiegeld ziet tegen de bewolkte achtergrond. De meeste kunstwerken zijn opgeborgen in afgesloten geklimatiseerde ruimtes en daar is dan ook niet veel van te zien. Behalve dan in een aantal vitrines, waarin een klein deel van de (wellicht wisselende) collectie wel is te zien.

Binnen is er een grote open ruimte van zes verdiepingen, met elkaar verbonden door zigzaggende trappen en zacht heen en weer zoevende glazen liften. Ook hier en daar glazen vloeren, waar je toch een beetje aarzelend op gaat staan en die de oriëntatie ook enigszins verstoren. Op de verdiepingen uitzicht over de opbergruimtes en een aantal restauratieruimtes. Helemaal boven aan de rand van de bloempot een groot dakterras met uitzicht over de stad. De bloempot zal ook na de renovatie blijven bestaan als dependance van het ‘echte’ museum. Een mooie aanwinst lijkt me zo.

Ik was al een aantal jaren niet meer in Rotterdam geweest en als je er toch eenmaal bent moet je natuurlijk, voorafgaand aan het bezoek aan de bloempot, vanaf het mooiste treinstation van Nederland wel een rondje door de binnenstad maken. Het is nog steeds een feestje voor architectuur- en fotografieliefhebbers van dat genre. En het verbaasde me andermaal dat er weer een aantal iconische gebouwen zijn bijgekomen. Hoe de dag is vastgelegd staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720303362165

Oostelijke Eilanden

26 oktober 2022

Amsterdam doet flink zijn best om zijn steentje bij te dragen aan de bouwopgave die Nederland in de komende tien jaar te wachten staat. Op het schiereiland Cruquius bijvoorbeeld, tot voor enkele jaren geleden nog een verlaten en verwaarloosd industrieterrein waar je alleen nog maar kwam voor het inleveren van grof vuil. Het gemeentelijke afvalverzamelpunt is inmiddels verplaatst naar elders en Cruquius is nu bijna volgebouwd. Voor wat prijskaartje betreft niet met de minste appartementen en het is dus dan ook maar de vraag of Amsterdam ook zijn steentje bijdraagt aan de bouw van betáálbare woningen. Misschien verderop op IJburg, een nieuwe woonwijk, eigenlijk een heel nieuwe stad op een opgespoten stuk land in het Markermeer. Ook daar wordt nog volop gebouwd, in allerlei prijsklassen, zo is mijn indruk.

Het hogere segment kan daar nog terecht in het Sluishuis, een recent opgeleverd en inmiddels iconisch wooncomplex. Het gebouw is een toeristische attractie geworden en je kan er gewoon naar boven lopen met uitzicht over de stad én over de balkons van de bewoners. Het lijkt me typisch zo’n gebouw waar iedereen die er inmiddels woont het geweldig vindt en iedereen die er niet woont daar nog niet dood wil worden gevonden. Iedereen blij zou je zeggen, maar er zijn natuurlijk nog massa’s mensen die graag zouden willen verhuizen, maar die niks geschikts en/of betaalbaars kunnen vinden. Het is dus niet voor niks dat er nog honderdduizenden (ook betaalbare) woningen moeten worden bijgebouwd. Maar één ding hebben al die nieuwe woningen gemeen: het gebruik van mooie materialen en de variatie in de stijl van de verschillende woningen. Zelfs als je er nog niet dood wilt worden gevonden is het in elk geval nog een stuk beter dan het architecturale dieptepunt van de woningbouw in de 80’er jaren. Kijk zelf maar op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720303229416

Prins Hendrikkade

22 oktober 2022

Als je al bijna 30 jaar op dezelfde plek in Amsterdam woont, heb je de neiging om achteloos langs bezienswaardige plekken in de buurt te lopen. Behalve als je, zoals afgelopen zaterdag, het jaarlijkse uitstapje met je broers moet organiseren. Vast onderdeel van zo’n uitstapje is een bezoek aan iets bezienswaardigs, en ik had gekozen voor een rondleiding met als onderwerp het maritieme verleden onder leiding van een ‘Mee-in-Mokum’-gids van ‘het Gilde’. Dichtbij huis, op en rond de Prins Hendrikkade, ooit vrij gelegen aan de Zuiderzee. Dus geen wonder dat de Heer M.A. de Ruyter (dat stond tenminste op het in cement gegoten grote ornament boven de voordeur) er op nummer 131 zijn intrek had genomen. Zo kom je zelf dus ook nog eens ergens.

In het fraai gerestaureerde Amrath-hotel bijvoorbeeld. Ooit heette dat ‘het Scheepvaarthuis’, gebouwd een dikke honderd jaar geleden als hoofdzetel van zes rederijen, waaronder de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM). Later hoofdkantoor van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) en nu dus het Amrath-hotel en een mooi voorbeeld van de ‘Amsterdamse School’. Je kan er niet zomaar binnenlopen, maar de dame van het Gilde kreeg deuren open die – behalve voor hotelgasten – gesloten blijven. We bekijken het centrale trappenhuis met baksteen, smeedwerk, veel glas-in-lood met maritieme motieven en tropisch houtwerk. Zeer fraai en ze hebben duidelijk hun best gedaan om de historische elementen van het gebouw goed te bewaren. Toch maken de entree en het trappenhuis een tamelijk koele indruk en ik mag dus voor de hotelgasten hopen dat de rest van het hotel er wat warmer en gezelliger uitziet. Een indruk van de middag is vastgelegd op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720303176816