Westelijke IJ-oever

24 juni 2021

Elke stad heeft wel zijn rafelrandjes. Van die niet aangeharkte gebiedjes, waar de regels nét iets anders worden geïnterpreteerd en die een stad toch een eigen karakter geven. Meestal liggen ze ver buiten het centrum, minder toegankelijk en dus ook wat minder bekend. Maar in Amsterdam ligt er nog zo’n gebiedje, nota bene vlak bij het Centraal Station, aan de IJ-oever: het ‘Stenen Hoofd’. Vroeger stond er een loods, inmiddels afgebroken, maar de fundamenten liggen er nog, overwoekerd door gras. Er is een stichting die ijvert voor het behoud ervan en af en toe vinden er kleinschalige culturele evenementen plaats. Ongetwijfeld azen projectontwikkelaars op het gebiedje, want het is bepaald een A-locatie. Je hebt er een fraai uitzicht over het IJ, de langsvarende schepen, met Amsterdam-Noord als achtergrond, waarvan de nieuwe hoogbouw steeds hoger lijkt te worden.

Tot een jaar of twintig geleden was het gebied ten westen ervan één grote rafelrand, maar inmiddels is het daar helemaal aangeharkt. Beginnend met de Silodam, verder de Pontsteiger en dan het gebied van de voormalige Houthavens. Dat is inmiddels een grote (en best aardige) nieuwe woonwijk geworden, met in het hart ervan de architectuur van de grachtengordel. De bruggen over de nieuwe grachten liggen er al, maar alleen is het water er nog niet. Wel zijn ze nu bezig om de zandlichamen tussen de huizen uit te graven, zodat die toekomstige grachten vanzelf vollopen met water uit het IJ. Al met al een fraai fietstochtje met mooie perspectieven op de altijd maar veranderende stad. Regelmatig terugkomen dus maar, om het een beetje bij te houden. Hoe het er donderdag uitzag staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157719476289413

Betondorp

17 juni 2021

Betondorp: de fotoclub stuurde me erheen, met als uitdaging om in anderhalf uur een fotoserietje erover te produceren. Betondorp is een klein woonwijkje aan de zuidoostkant van de stad, nog net binnen de Ring. Om een aantal redenen is het een meer dan gemiddeld bekende wijk. Gebouwd in de 20’er jaren en opgetrokken uit beton en de gevels bekleed met ruw grijs stucwerk, waardoor het een kenmerkende architectuur heeft gekregen en in de volksmond dus Betondorp is gaan heten. Maar woonwijken worden nog meer bekend, als daar beroemdheden worden geboren. Zoals Johan Cruijff, die er is geboren en opgegroeid. Of omdat er beroemdheden hebben gewoond, zoals Gerard Reve. Maar het feit dat er iemand geboren en getogen is, geeft een woonwijk nét iets meer cachet dan dat er iemand alleen maar een tijdje heeft gewoond.

Johan Cruijff is er dus opgegroeid, heeft daar op straat het voetballen geleerd en liep zo vanuit zijn ouderlijk huis naar het toenmalige Ajax-stadion ‘de Meer’, dat daar op loopafstand vandaan lag. Dat Ajax-stadion is na de bouw van de ArenA in 1996 gesloopt en er is op die plaats een woonwijk gekomen, met straatnamen uit de voetbalwereld. Zoals de iconisch geworden Anfield Road, waaraan het stadion van Liverpool ligt. Daardoor is de voetbalgeest nooit meer uit Betondorp én uit het nieuwe ‘de Meer’ verdwenen. En dat was te merken nu het EK-voetbal geleidelijk op stoom begint te komen. Het fotoserietje is er gekomen en is te zien op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157719466604596

Strand

16 juni 2021

Net toen het pessimisme toesloeg en ik dacht dat, na het sinds mensenheugenis koudste voorjaar, de zomer ook al door het putje zou verdwijnen werd het ineens zomer. En hoe…! Dus eindelijk eens een keer écht naar het strand. Meerdere keren zelfs: Zandvoort, waar we al jaren komen, maar ook Callantsoog, een nieuwe sinds vorig jaar ontdekte locatie. Behalve dat je op het strand kunt liggen of een plonsje kunt wagen in het nog veel te koude water zijn er ook de nodige (dierlijke) levende wezens te zien. Om te beginnen de kwallen, die – zover het oog reikt – bij duizenden op het strand liggen. Het is eigenlijk één groot kerkhof, want eenmaal aangespoeld zijn ze dood en het ontbindingsproces voltrekt zich dan binnen 24 uur. Ze drogen uit en de volgende vloed spoelt de restanten terug naar de zee, waarmee hun tamelijk beperkte levenscyclus is voltooid.

Zo gaat het ook in Callantsoog, met zijn strekdammen. Bij eb komen die droog te liggen en de vogels doen zich dan tegoed aan de achtergebleven schelpdieren en bij de weer opkomende vloed worden ook daarvan de restanten, die ze niet meer believen, terug in zee gespoeld. Behalve kwallen zijn de ‘bastaardsatijnrupsen’ andere levende wezens die een verblijf aan de kust onaangenaam kunnen maken. Ik had in Zandvoort het lieve beest nota bene uitgebreid in de duinrand gefotografeerd, maar als dank zat daags erna mijn hele lijf onder de hevig jeukende bulten. Het lieve beestje is familie van de ‘eikenprocessierups’ en wat voor ongemakken dié kan veroorzaken is genoegzaam bekend. Maar het jeukende ongemak was na enkele dagen wel weer verdwenen. En gelukkig was er ook wat meer ‘aaibaar’ gedierte. Natuurlijk het ‘lieveheersbeestje’, dat zijn naam blijkbaar niet voor niks heeft gekregen. En aan het eind van de dag in Zandvoort de talrijke herten, die zich dan in het warme avondlicht mooi voor de camera lieten zien. Een indruk van wat aan de kust in deze mooie zomerweek te zien was, staat op:

https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72157719491594815