Drie jaar is er aan gewerkt: de nieuwe fietsenstalling aan de voorkant van het Centraal Station. Een hele tijd hebben we daar in een groot diep gat gekeken. Totdat het werd afgedekt met beton en het resterende gat is volgelopen met water. Nu zie je er niks meer van, behalve dan de helling waarover je straks met je fiets naar de kelder onder het water kunt om er je fiets te stallen. Een hele vooruitgang, want in Amsterdam was het zo langzamerhand moeilijker om je fiets te parkeren dan je auto. Volgende week gaat de stalling open en dan kan eindelijk die ‘fietsflat’ weg. Hoewel je dat pas zeker weet als dat ding écht weg is. Voor sommigen was die flat inmiddels een icoon geworden, maar voor anderen al jarenlang een doorn in het oog. Hoe dan ook, het Ibis-hotel gaat helemaal zichtbaar worden, hoewel je je kunt afvragen of dát nou een nieuw icoon moet gaat worden.
De fietsenstalling was trouwens niet het hoofddoel van het wandelingetje op die zonnige woensdag. Dat was de Oude Kerk, in het hart van het Red Light District. Een groter contrast is haast niet denkbaar. Een fraaie kerk, met mooie houten plafonds, prachtige gebrandschilderde ramen en de vloer over een grote oppervlakte bedekt met grafplaten. Kunstenaars uit Ghana hadden afgietsels gemaakt van onder meer enkele grafmonumenten. Zoals dat van Saskia van Uylenburg, de vrouw van Rembrandt. En afgietsels van vleermuizen, die bij bosjes aan het plafond waren opgehangen. Voor de fietsenstalling, de Oude Kerk en alles wat we zoal onderweg nog meer aan onverwachte dingen tegenkwamen, zie: