Elke stad heeft wel zijn rafelrandjes. Van die niet aangeharkte gebiedjes, waar de regels nét iets anders worden geïnterpreteerd en die een stad toch een eigen karakter geven. Meestal liggen ze ver buiten het centrum, minder toegankelijk en dus ook wat minder bekend. Maar in Amsterdam ligt er nog zo’n gebiedje, nota bene vlak bij het Centraal Station, aan de IJ-oever: het ‘Stenen Hoofd’. Vroeger stond er een loods, inmiddels afgebroken, maar de fundamenten liggen er nog, overwoekerd door gras. Er is een stichting die ijvert voor het behoud ervan en af en toe vinden er kleinschalige culturele evenementen plaats. Ongetwijfeld azen projectontwikkelaars op het gebiedje, want het is bepaald een A-locatie. Je hebt er een fraai uitzicht over het IJ, de langsvarende schepen, met Amsterdam-Noord als achtergrond, waarvan de nieuwe hoogbouw steeds hoger lijkt te worden.
Tot een jaar of twintig geleden was het gebied ten westen ervan één grote rafelrand, maar inmiddels is het daar helemaal aangeharkt. Beginnend met de Silodam, verder de Pontsteiger en dan het gebied van de voormalige Houthavens. Dat is inmiddels een grote (en best aardige) nieuwe woonwijk geworden, met in het hart ervan de architectuur van de grachtengordel. De bruggen over de nieuwe grachten liggen er al, maar alleen is het water er nog niet. Wel zijn ze nu bezig om de zandlichamen tussen de huizen uit te graven, zodat die toekomstige grachten vanzelf vollopen met water uit het IJ. Al met al een fraai fietstochtje met mooie perspectieven op de altijd maar veranderende stad. Regelmatig terugkomen dus maar, om het een beetje bij te houden. Hoe het er donderdag uitzag staat op: