Voor lange wandelingen is in deze tijd van het jaar bijna geen ruimte meer. Het aantal uren met daglicht is minimaal en als er dan de hele dag ook nog een dikke laag wolken hangt, wordt het voor de fotografie toch wel lastig. Toch viel er nog wel wat te zien op deze wandeling van Geldermalsen naar Tiel. Met de fietsen in trein naar Geldermalsen. Een enorm groot station voor eigenlijk een relatief kleine plaats. Vanaf een viaduct kan je mooi de intercity’s voorbij zien razen en dan zie je pas met welk een geweld die treinen voorbijkomen. In dit seizoen is de natuur dood. Het enige voordeel daarvan is dat je ondanks de toch wel dikke bewolking ver kunt kijken, niet gehinderd door gebladerte aan de bomen. Het is het hart van de Betuwe en ondanks het dode seizoen, zie je de fruitbomen in de knop staan en men is er toch al druk bezig om een en ander te onderhouden. Kennelijk is er toch het hele jaar werk.
We passeren Buren. Dat fraaie plaatsje heeft iets met de Oranjes. Willem van Oranje is er ooit getrouwd met Anna van Buren. En de naam Buren wordt als schuilnaam gebruikt. Want die andere Willem, een van zijn nazaten, heeft ooit – kennelijk nog onopgemerkt – aan de Elfstedentocht deelgenomen onder de naam Willem van Buren. Verderop passeren we de Betuwelijn, ook over een viaduct. Een goederenspoorlijn van het Rotterdamse havengebied naar Duitsland. De aanleg ervan werd hevig bekritiseerd, omdat de lijn niet rendabel zou zijn. En inderdaad, hoe lang we ook op het viaduct over de spoorlijn stonden te wachten… geen trein. Toch schijnen er regelmatig treinen te rijden. Maar zelfs de aanblik van de lijn, zonder trein, was vanaf dat viaduct eigenlijk ook al fotogeniek genoeg. We hadden willen doorlopen naar het station Tiel in het centrum, maar bij het station Passewaaij in een eerdere buitenwijk vonden we het mooi genoeg, ook al omdat het al bijna donker begon te worden en de beentjes ook langzaam begonnen te protesteren. Ondanks het donkere seizoen is er toch nog een fotoserietje gekomen. Kijk maar op: