Donderdag met René weer eens een fietswandeltochtje gemaakt. Een erg leuk concept: fietsen en tegelijk wandelen dus. Elke honderd meter van de fiets af, omdat er iets bijzonders, interessants of fotogenieks te zien is. Kwestie van goed kijken. Zelfs als je een tijdje gewoon ergens zit, komen die dingen gewoon vanzelf voorbij. Je legt dus geen grote afstanden af. Dát is meer iets voor de fietsclub, waar ik ook lid van ben, en die houdt van doorfietsen. Als je dáár even van de fiets af gaat voor een foto, moet je meteen een groot gat dichtrijden. Het ging donderdag dus langzaam. Zelfs binnen de Ring zijn er in Amsterdam nog wel wat fotogenieke rafelrandjes te vinden. Even op de fiets met de pont mee naar de Meeuwenlaan en dan over de Nieuwendammerdijk naar Schellingwoude.
Meteen opende zich een wereld waar het stadse leven nog niet erg doorgedrongen lijkt. Het gebied ligt inderdaad nog binnen de Ring, dus je zou daar projectontwikkelaars verwachten, die voor een interessant rendement azen op de laatste stukjes grond. Daar niets van dat alles. Wel braakliggend terrein met rommelige scheepswerfjes met voetveren om je van het ene naar het andere terrein te begeven. Dan de Ring onderdoor en je bent ineens niet alleen buiten de stad, maar zelfs buiten de Randstad na amper drie kilometer fietsen. Waterland, een laaggelegen poldergebied, drassig door de vele regen van de laatste tijd, wijde uitzichten, ophaalbruggetjes en fraai boerenland met de stedelijke hoogbouw als achtergrond. Ransdorp was het verste punt, piepklein dorpje met beschermd dorpsgezicht, een grote stompe kerktoren en met lichte houten huizen. Dat omdat anders de zwaardere stenen huizen sneller in de slappe veengrond zouden zakken. Het foto-verslagje staat op: