Vanaf Phoenix gaat de reis naar het noorden. Eerst nog door de volle lengte van de stad Phoenix zelf en we krijgen zo’n beetje alle stadsdelen te zien: van ‘voornaam wonen’ tot derde wereld. Pas na 60 mijl (dus bijna 100 kilometer) hebben we het gevoel de stad uit te zijn. De route kruipt langzaam omhoog: Phoenix ligt op 400 meter hoogte en het noorden van Arizona, waar we de volgende dagen zullen doorbrengen, op ongeveer 2300 meter. En dat is aan de temperatuur ook te merken. Onze route loopt niet over de ‘Interstate-17’, maar ‘weg van de snelweg’, door een voormalig kopermijnbouwgebied. Stadjes van vergane glorie, met industrieel erfgoed, maar nu ontdekt door toeristen. Prescott is zo’n beetje het centrum ervan. Daar woonden ooit de grote mijnbouwbazen, die er met hun geld voorname villa’s hebben neergezet, die nu worden bewoond door mensen uit Phoenix, op zoek naar koelte en een ontsnapping van de hete zomers daar.
We belanden in Prescott in een pro-Trump demonstratie en men loopt hier blijkbaar al warm voor de verkiezingen van 2020. Als ik lees wat daar allemaal op die borden staat, begin ik te vrezen dat een dialoog tussen de verschillende gedachtengoeden in het gepolariseerde Amerika nog heel ver weg is. Een ander dorpje is Jerome, wat mij betreft wel het mooiste, zowel wat betreft ligging in het landschap als het dorpje zelf. Rond 1960, toen de mijnen daar sloten, was het dorpje ten dode opgeschreven. Door de ondergrondse explosies in de mijnen bleek het zo’n 10 centimeter per jaar te zakken. Uiteindelijk stabiliseerde het en werd het ontdekt door kunstenaars, die het dorp met hun winkeltjes en galeries revitaliseerden. Dinsdagavond belanden we in Sedona, beroemd om zijn zonsondergangen en -opkomsten en daarmee de kleuren van de omliggende rotsen. Maar ondanks de stralende zonnige dag, raakte het in de avond bewolkt en regende het de volgende ochtend zelfs een beetje. Dus van een van de attracties van Sedona hebben we niks kunnen gezien.
Verder is Sedona een spiritueel centrum geworden, omdat het een uiteinde is van ‘geo-magnetische’ lijnen, die door de aarde lopen. Dat blijkt als we een korte ochtendwandeling langs een van de rotsen maken. Nog nooit heb ik meer kerken en kapelletjes per vierkante kilometer gezien dan hier. We lunchen in Williams, ten westen van Flagstaff, aan de oude ‘Route 66’. Hier wordt de ‘route-66-cultus’ levend gehouden en zelfs een tikkeltje extra aangezet met rock ’n roll muziek uit de late 50’er, vroege 60’er jaren en relikwieën van de route uit die tijd. Elvis is hier blijkbaar een legende. Niet alleen in Williams, maar ook in de rest van Arizona en vermoedelijk in heel Amerika is de muziek zelf ook nog springlevend. Je kunt er geen café of restaurant binnenstappen, of dat muziekgenre komt uit het behang. De Route-66 zelf, van Chicago tot Los Angeles, is eigenlijk al grotendeels verdwenen en vervangen door snelwegen. Maar men probeert nu te redden wat er nog te redden valt. Ik neem me trouwens al een hele tijd voor om die route nog eens te rijden, maar het is er nog nooit van gekomen. Maar het plan blijft op de bucket list. We overnachten in Tusayan, aan de rand van het ‘Grand Canyon National Park’. Daarover later meer. De foto’s van déze twee dagen staan op:
Ha Jan, leuk om van jullie te horen en te kunnen meegenieten. Jullie zitten er weer midden in; enjoy!
LikeLike