Texel, het hoort evenals Amsterdam bij Noord-Holland, maar een groter contrast is amper denkbaar. De stilte overvalt je al, als je het eiland op fietst. En het valt des te meer op, als je op de avond tevoren nog op die zomerse oktoberdag om zeven uur door de menigte over de Nieuwmarkt hebt gefietst met zijn overvolle terrassen. Het eiland is in trek bij de vogelliefhebbers. Maar ik vond de vogelaars en hun fotoapparatuur minstens zo fotogeniek als de vogels zelf. We troffen een vrouw die meer dan twee uur had gewacht op het tamelijk zeldzame kruisbekvogeltje. Een vogeltje dat wij – meer geluk dan wijsheid trouwens – al tamelijk snel hadden gespot.
Het eiland doe je vooral met de fiets en eigenlijk vooral elektrische fiets, zo bleek. Want daarmee kun je in één dag makkelijk op en neer naar de noordpunt, die wij met onze gewone huurfietsen niet hebben gehaald. We zijn blijven steken bij de Slufter, een tamelijk brak gebied dat alleen bij springvloed door zeewater wordt overstroomd en dat we helemaal te voet tot het strand zijn overgestoken. Daar nog een tijdje gezeten, over strand en zee uitgekeken en gezien hoe – op deze uitzonderlijk warme najaarsdag – er nog mensen heel ontspannen te water gingen. Op de terugweg was er wel weer een straffe tegenwind en werden we dus herhaaldelijk ingehaald door mede-pensionado’s op hun elektrische karretjes. Maar de boot van zeven uur hebben we nog net gehaald. De foto’s staan op: