Twente, de regio waar ik in mijn jeugd een dikke tien jaar heb gewoond. Een deel van de familie is er blijven hangen, het andere deel, waaronder ikzelf, is uitgewaaierd naar andere streken. Ik was er – mede door corona – al een tijdje niet meer geweest. Maar nu was het moment daar voor een bezoekje aan broer Frans en zijn vrouw Ellen in Hengelo. Meteen een mooie aanleiding om eens wat jeugdsentiment op te snuiven. En dat ligt daar overal voor het oprapen. Om te beginnen in Oldenzaal, waar ik de hele middelbare schooltijd heb doorlopen. De school werd bestierd door de paters Carmelieten. Een deel van de leerlingen zat daar in het internaat, maar ik overbrugde elke dag de afstand van 16 kilometer vanuit Tubbergen met de fiets. Nog steeds heeft de voorgevel van de school niets van de vrome uitstraling van destijds verloren. Zelfs het fraaie interieur is na bijna zestig jaar nog steeds behouden. Oldenzaal is de kleinste, maar wat mij betreft ook de mooiste, van de vier steden in Twente.
Dichtbij ligt het vliegveld Twente. Ook daar ligt weliswaar geen echt jeugdsentiment, maar eerder wat meer recent sentiment. Dat vliegveld zou, na het vertrek van de militairen, uitgroeien tot een echte luchthaven. Ik heb me daar in de laatste jaren van mijn werkzame leven wat tegenaan bemoeid en kwam in een rapport tot de conclusie dat de ontwikkelingskansen wel heel erg klein waren. Dat is me niet in dank afgenomen door het lokale bedrijfsleven, maar na een hoop politiek getouwtrek is die echte luchthaven is er toch niet gekomen. Nu staan er wat vliegtuigen geparkeerd, door corona tijdelijk overbodig geworden, en op het vliegveld Twente is het goedkoper parkeren dan op hun eigen thuisbasis.
Twente is van oudsher een mix van industrie- en landbouwgebied. De industrie is eigenlijk meer industrieel erfgoed geworden. In Hengelo is daarvan nog veel te zien in, onder meer, het Tuindorp. Daar zat de machinefabriek Stork. Destijds werkten veel mensen hun hele leven voor dezelfde werkgever en de firma had – sociaal als die was – daarvoor een hele woonwijk gebouwd bij de fabriekscomplexen. De fabrieksbazen woonden er natuurlijk niet, die hadden elders wat meer voorname onderkomens. Maar tegenwoordig is die fabriekswijk een fraaie en populaire woonwijk geworden. Ondanks dat die luchthaven er nooit is gekomen gaat het met Twente bepaald niet slecht. En een bezoekje waard, ook als je er geen familie hebt. En hoe kun je een bezoek aan Twente dan ook beter afblussen dan met een lekkere lokale wijn? Met dank aan Frans en Ellen..! Foto’s zijn er ook gemaakt. Die staan op: