De ligging en het klimaat van Sydney zijn nagenoeg ideaal. Het klimaat is in elk geval een stuk idealer dan dat in Nederland. Want wij lezen niets anders dan berichten over regen en storm daar en dat al een hele maand lang. Het prachtige weer hier nodigt dan ook uit om de stad even te verlaten en de Bondi-walk te doen, een mooie uitgezette wandeling langs de kust, uitkijkend over duizenden kilometers oceaan. Geen wonder dat de golven prachtig op de rotsen beuken en mooi komen aanrollen richting het strand. En waar surfers elegant richting strand overheen dansen. Drie jaar geleden zouden wij – ook in Australië – dat allemaal wel even in een ochtendje leren, maar nu ik dit zo zie, zou dat een jarenlange oefening vereisen. Geen wonder dan ook dat het cursusje destijds op de eerstehulpafdeling van een ziekenhuis eindigde. De Bondi-walk eindigt op Bondi Beach, een van ’s werelds meest iconische en vaak bezongen stranden.
Het is hier zien en gezien worden. Zonder strak lijf tel je hier niet mee en iedereen is hier – nogal obsessief – bezig om de lichamelijke boel een beetje op orde te houden. En als het dan eenmaal op orde is, is het de bedoeling dat iedereen dat dan ook ziet. Overal dus fitness toestellen langs het pad die je tijdens het joggen kunt gebruiken. Daarbij heb je natuurlijk een mobieltje in je hand, verbonden met zo’n draadje dat in je oren hangt. Je kunt dus multi-tasken, want je wilt tijdens dat onderhoud van je lijf natuurlijk niet alleen niks van je favoriete muziek missen, maar ook tijdens het joggen in het draadje praten en zo je contacten onderhouden.
De laatste dagen in Sydney brengen we door in Manly (een rustige woonwijk aan de kust) bij mijn nichtje Marleen en haar man Camiel, plus hun vier kinderen. Erg gezellig en met Marleen werk ik al in de ochtendschemering mijn hardlooprondje af, vergezeld door een jonge kangoeroe, die een stukje met ons mee huppelt. Ook een bezoekje gebracht aan de National Library, met op de vloer fraaie kaarten die een stukje Nederlandse historie in beeld brengen. Want dat Australië iets met Nederland heeft, is me nu wel duidelijk. Behalve Tasman heeft vooral de emigratiegolf uit de 50’er jaren ertoe geleid dat veel Australiërs Nederlandse voorvaderen hebben en minstens enkele woorden Nederlands spreken en dat dan ook graag met ons delen. Voor de rest is het vooral relaxen na ruim twee weken verblijf in toch wel drukke steden.
Het eerste deel van onze Australië-reis zit er nu op. Anderhalve week Melbourne en één week Sydney. Bij nader inzien toch heel verschillende steden. Melbourne heeft – afgezien van de hoogbouw in het centrum – duidelijk zijn Europese (eigenlijk Engelse) karakter behouden. Sydney daarentegen lijkt eerder op een Amerikaanse stad, maar dan wel een hele leefbare variant daarvan. Woensdagochtend vertrekken we van het geciviliseerde zuidoosten naar het wat ruigere noordwesten van het land. Vier-en-een-half uur vliegen naar Darwin, illustratief voor de enorme omvang van dit land. Ik zal proberen jullie op de hoogte te houden, maar of de techniek ook daar zal meewerken moeten we allemaal maar afwachten. De laatste Sydney-impressie staat op: