De huurauto, die we hadden voor Ocean Grove, hebben we in Melbourne meteen ingeleverd. Behalve in het verkeer vaststaan kan je er eigenlijk weinig met een auto. Om nog maar te zwijgen over het parkeren. In plaats daarvan is er een uitgebreid en frequent netwerk van bussen, trams en lokale treinen. Je krijgt op zo’n eerste ochtend meteen al een stemming van “Melbourne, here we come”, maar het heeft die hele woensdagochtend geplensd, zodat we nog even geduldig moesten wachten. Maar na de middag klaarde het op en konden we de deur uit. Melbourne is bekend om zijn uitbundige street art. Het geklieder van weleer is hier tot kunst verheven en er is zelfs een street art tour voor ontworpen. Alle ‘kunstwerken’ zijn in principe tijdelijk, omdat iedereen er weer naar eigen inzicht overheen mag schilderen. Dat leidt op ooghoogte toch weer tot geklieder, maar op de wat hogere muren is nog veel fraais te zien.
Er wordt, althans in de binnenstad, sowieso veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Je mag hier niet zomaar een gebouw neerzetten, tenzij je ook nog iets doet aan wat je ‘architectonische’ waarde zou kunnen noemen. En zo hebben veel gebouwen vreemde vormen en veelkleurige gevels, maar over de smaak ervan, dan wel het gebrek eraan, kan je natuurlijk twisten. Over hoogbouw doen ze hier niet moeilijk. Gebouwen van 50 verdiepingen of meer in de binnenstad zijn heel gewoon. Eigenlijk vreemd in een land dat zo ontzettend veel lege ruimte heeft en dus niet op een vierkante meter hoeft te beknibbelen. Maar in de economie is er een wetmatigheid, dat je degenen met wie je zaken doet ook zoveel mogelijk in de buurt moet hebben. Vandaar dat alles dat er economisch een beetje toe doet op een kluitje zit.
Dat alles leidt tot een mooie mix van moderne hoogbouw met de oudere Victoriaanse bouwstijl. Die Victoriaanse architectuur is vaak prachtig opgeknapt en omgebouwd tot mooie winkelgalerijen met kleine terrasjes. Soms ook minder opgeknapt, maar dan weer dankbaar aangegrepen door de street artists. Vrijdagmiddag een bezoek gebracht aan de zg. NGV, de National Gallery of Victoria. Een enorm museum, met naast de vaste collectie nu ook een tentoonstelling van Keith Haring en Jean-Michel Basquiat. Twee New Yorkse kunstenaars, op jonge leeftijd bevriend geraakt, maar beiden al rond hun dertigste overleden. Destijds in de 80’er jaren met omstreden radicale ideeën, maar – zoals het vaak gaat – werd na hun dood hun werk in officiële kringen niet alleen algemeen geaccepteerd, maar ook uitgebreid geëxposeerd in niet de minste musea.
De eerste paar dagen in Melbourne zitten erop. We zijn nu bijna gewend aan het 10-urige tijdverschil. Het weer begint na al die plensbuien op te knappen en Marcel begint zaterdag aan zijn zwemtoernooi. Daarvan later verslag. De eerste Melbourne-dagen staan op: