IJburg: de nieuwe woonwijk aan de oostkant van Amsterdam. Helemaal op opgespoten eilanden. Het plan was er al in 1965 en na veel bezwaren/discussies en een referendum werd in 1998 begonnen met de aanleg. Er wonen nu zo’n 25.000 mensen en in de toekomst gaan er 45.000 wonen. Ik heb me ooit op een onbezonnen moment ingeschreven om er te gaan wonen. Lekker aan het water met een bootje. Dacht ik toen. Het was maar goed dat de wachttijd zo’n tien jaar was, lang genoeg om tot bezinning te komen en mijn vertrouwde plekje, in hartje stad en toch rustig, trouw te blijven. Toch is het een erg fraaie wijk geworden met gevarieerde bouw en voor elk wat wils. De welstandscommissie heeft zo te zien even de andere kant op gekeken en op veel plekken konden bewoners met veel creativiteit hun eigen stijl, kleur en materiaalkeuze maken. Of sommige woningen ooit nog te verkopen zijn zal dan moeten blijken.
IJburg heeft ook een goudkust. Daar villa’s aan de zonnige zuidwestkant met uitbundig veel ruimte, auto’s in het hogere segment voor de deur en allemaal met eigen ontwerp en ook (bijna) allemaal met een aanlegsteiger en een boot(je). Tussen al dat fraais zie je ook hier en daar lelijke dingen. De nieuwste trend in de architectuur is het werken met van die roestplaten. Je ziet ze ook elders in de stad opduiken. Van veraf ziet het er nog niet eens zo onaardig uit, maar als je dichtbij goed kijkt is het aartslelijk, vooral op zo’n sombere dag als zaterdag. Uiteindelijk hebben we maar de helft van de wijk gezien. Helemaal verkleumd moest met warme chocolade worden opgewarmd en toen was het bij de vroeg invallende duisternis wel bekeken. De rest van de wijk moet dan maar een andere keer. Deel één staat op: