Hoewel de weersvoorspellingen slecht waren, hebben we het oorspronkelijke plan om naar Wijk aan Zee te gaan toch maar doorgezet. Mijn optimistische natuur, gevoed door een klein lichtpuntje op de Buienradar, zei me dat het allemaal wel goed zou komen met het weer. Het tegendeel bleek het geval en het is eigenlijk niet meer gestopt met regenen. Van die vettige motregen nog wel, die op Buienradar onzichtbaar schijnt te zijn. Wijk aan Zee is eigenlijk niet meer dan één groot gazon, omgeven door een rijtje huizen, tegen de achtergrond van wat vroeger Hoogovens heette. Nogal negatief in het nieuws de laatste tijd, door de neerslag van grafietregen en het feit dat de fabriek meer lood uitstoot dan het hele Nederlandse autoverkeer bij elkaar. Heel recent ook nog door de grote bezuinigingen en zelfs ontslagrondes die de fabriek, en dus het dorp boven het hoofd hangen.
Je kunt vanuit het dorp door een klein parkje het complex bekijken en door de regen ziet het er allemaal nog extra troosteloos uit. De bedoeling was natuurlijk om er ook een fotoserie van te maken, maar dat mislukte grotendeels. Hoewel het in beeld brengen van troosteloosheid een genre op zich is. In de week daarna was het weer een stuk beter en hebben we het uitstapje nog een herkansing gegeven en het nog eens dunnetjes overgedaan. Nu niet naar Wijk aan Zee, maar vanaf IJmuiden kan je het hele complex eigenlijk nog veel beter bekijken. Hier een orgie van staal, roest, erts, afval, rook en ook CO2, want op dit relatief kleine stukje grond blijkt wel even 6% van ’s lands CO2-uitstoot te worden gerealiseerd. Ernaast het nieuwe sluizencomplex in aanbouw, dat in 2022 klaar is en dan is de ‘Port of Amsterdam’ ook klaar om nóg grotere containerschepen te accommoderen. En – wie weet – ook nog grotere cruiseschepen, met nóg meer toeristen. Indrukwekkend dagje, vond ik, en de fotoserie staat op: