Het vervolg van het uitstapje over de Oostelijke Eilanden ging over het Borneo-eiland en uiteindelijk over Sporenburg. In tegenstelling met het Cruquius-eiland, waar bijna alles in de stijl is gebouwd van wat er ooit heeft gestaan, is op Borneo-eiland alles van de grond af opnieuw opgebouwd. Kennelijk was hier niets meer te redden van enige architectonische waarde. Dat wil niet zeggen dat de nieuwbouw die ervoor in de plaats is gekomen geen architectonische waarde heeft. Integendeel, zou ik zo zeggen. Weliswaar heeft de lange zuidelijke kade nog tamelijk eenvormige laagbouw. Maar even verderop hebben de ‘eerste bewoners’ het hier voor het zeggen gehad en is de schoonheidscommissie er kennelijk niet aan te pas gekomen. Met minimale randvoorwaarden heeft elk huis heeft zijn eigen – en tamelijk contrasterende – stijl gekregen. Over smaak – dan wel het gebrek eraan – valt natuurlijk niet te twisten, maar er is wel een bezienswaardige en ook internationaal spraakmakende woonwijk gekomen. En ook de eenvormige zuidelijke kade heeft contrast gekregen door de aangemeerde boten, deels woonboten, in variërende staat van onderhoud.
Amsterdam staat overigens vol met woonboten en de gemeente heeft er zijn handen vol aan. Er is nu als beleid dat woonboten er uit moeten zien als boten. Zo te zien is hier is dus nog wel wat werk voor de schoonheidscommissie. Woonarken, die eruitzien als drijvende woningen, moeten dus geleidelijk worden uitgefaseerd. Borneo-eiland is met Sporenburg verbonden met een – wat mij betreft – inmiddels iconische rode voetgangersbrug. Op Sporenburg is men blijkbaar nog lang niet uitgebouwd, want onlangs is er nog een hoge woontoren opgeleverd. En meer is nog her en her in aanbouw. Vandaar een fraai uitzicht over het KNSM-eiland, met ook weer zijn eigen architectonische stijlen, en over de strekdam met als achtergrond de hoogbouw aan de Piet-Heinkade. Het ís dat ik alles geleidelijk heb zien ontstaan, maar voor iemand die sinds de 80’er jaren nooit meer in Amsterdam is terug geweest is het er onherkenbaar veranderd. Al met al ten goede, lijkt me zo. Het eindoordeel zullen we over dertig jaar vellen, want bouwen is één, maar onderhouden is twee. De Bijlmer is daarvan een leerzaam voorbeeld. De stand van zaken van vandaag is te zien op: