Porto, weliswaar de tweede stad van Portugal, maar nog een onbeschreven blad. Tenminste voor mij, maar niet voor al die andere toeristen die er rondliepen. Want wat dat betreft kan het zich meten met Amsterdam. Slechts 240 duizend inwoners, maar naar mijn idee een veelvoud aan toeristen. Porto was de eerste halte van een tiendaags reisje naar Portugal dat ik met René maakte. Misschien ooit een onbeschreven blad, maar de stad staat nu wel met stip in de top-10 van mooiste steden die ik ooit heb gezien. Ooit was ik ook voor de eerste keer in Italië, en trof daar een sfeer aan die ik later eigenlijk nooit meer heb gevoeld, maar wel in mijn onderbewustzijn nog vaag was achtergebleven. Die sfeer is nu nog volop in Porto aanwezig en dat haalde al die oude gevoelens weer naar boven.
Het was er gezellig, geurig en rommelig, maar heel elegant gelegen aan weerskanten van de Douro, die daar diep is uitgesleten, waardoor de stad veel steile smalle straatjes heeft. Portugal is het land van de mozaïekjes en de tegeltjes. Veel huizen en kerken zijn ermee bekleed, waardoor de stad een heel kleurige aanblik krijgt. Het treinstation is alleen al dáárom de moeite waard. Ook de boekhandel Ello heeft wat dat betreft een reputatie, maar er stond zo’n lange rij, dat we daar niet meer aan toe zijn gekomen. Beide kanten van de stad zijn verbonden met een brug van twee verdiepingen, ontworpen door Eiffel en bij elkaar gehouden met een inderdaad op de Eiffel-toren lijkende constructie. De bovenverdieping is voor de metro en voetgangers. De benedenverdieping voor auto’s en voetgangers. En voor de springers die met collectebusjes rondlopen en als tegenprestatie voor een gift naar beneden springen. De fotoserie staat op: