Na Sydney zijn we opnieuw naar de Blue Mountains gegaan. We hadden er op de heenweg een glimpje van gezien, maar ze zijn kennelijk een langer bezoek waard. Dus op Eerste Paasdag ernaar toe en dat hebben we geweten. Opnieuw prachtig weer en half Sydney, plus een aanzienlijk deel van China, moest erheen. De grootste attractie daar is een drietal rotsen (the Three Sisters). Typisch zo’n toeristische attractie, waar iedereen naar toe gaat, omdat alle anderen er ook naar toe gaan. Best mooi, daar niet van, maar ik heb steeds meer de neiging om dat soort plaatsen te vermijden. De aanvankelijke schoonheid wordt behoorlijk teniet gedaan door alle auto’s, walmende bussen en de mensenmassa met hun selfies. Maar toegegeven, wij waren er zelf ook bij om te proberen er een foto van te maken. Want het viel nog niet mee om in die menigte de beroemde zussen op de foto te krijgen. Maar ze zitten erbij, in de bijgevoegde serie.
We zijn al met al vrij lang in de regio blijven hangen. Dat kwam niet alleen door Sydney, maar ook door de omliggende regio (Southern Highlands), waar we belanden in Bowral, een klein plaatsje ten zuidwesten van Sydney. Het is er in deze tijd van het jaar prachtig. Volop herfst en met het mooie weer kleuren de bomen prachtig donkerrood, herfstkleuren die je bij ons niet zo kunt zien. Blijkbaar zijn wij er in de mooiste tijd van het jaar. Vergelijk het bij ons met medio oktober en dan klopt het wel zo’n beetje. Wel worden de avonden fris, dus het wordt onderhand eens tijd naar het noorden af te reizen, anders komen we nooit in Cairns, dat nog zo’n 2500 kilometer verderop ligt. We willen vanaf nu wat langere stukken op één dag rijden en ook wat langer ergens blijven. Want het is toch wel een heel gedoe om elke dag opnieuw de bagage in- en uit te laden. Bovendien is het heerlijk, zoals we in Sydney hebben gemerkt, een paar dagen ergens te zijn en je daar dan ook wat meer thuis te voelen. Voor ‘de zusters’ en de herfstkleuren zie: