Halverwege de week zijn we verhuisd van het logeeradres bij Marleen in Manly naar onze B&B in het centrum van de stad. Sydney is een miljoenenstad en de verkeerschaos is navenant. Het heuvelachtige terrein maakt een efficiënte doorstroming blijkbaar lastig en het korte tripje van 10 kilometer van Manly naar de stad kostte toch nog ruim een uur. Fietsen doen ze hier niet in het centrum en voorzieningen voor voetgangers zijn al helemaal de sluitpost. Als je door de stad wilt lopen, moet je flink wat extra tijd uittrekken voor het wachten voor een zebrapad. Dat doet overigens – in tegenstelling tot in Amsterdam – iedereen heel braaf. Een verplicht nummer is de brug. Bekend van het vuurwerk in de nieuwjaarsnacht en een architectonisch wonder. Je kan er overheen lopen en een van de pilaren beklimmen met prachtig uitzicht over de stad. Je kan zelfs onder begeleiding over de boog lopen, maar omdat de camera niet mee mocht hebben we daarvan maar af gezien.
Een wandeling langs de kust bij Bondi-beach was een ander verplicht nummer. Prachtige hoge golven, die uit de verte hoog komen aanrollen en die met een mooie groen-witte kleur op het strand terecht komen, dan wel met geweld tegen de rotsen te pletter slaan. Een paradijs voor surfers die elegant over de golven heen dansen. Bondi is zo’n beetje de moeder van alle mooie stranden, maar het is niet echt mijn soort strand. Iedereen zit daar vooral mooi te wezen en hip te doen, maar zwemmen kan je er nauwelijks. Dat was dan ook – behalve op een klein stukje – verboden vanwege de hoge golven en het gevaar vanwege de haaien. Verder was het Goede Vrijdag, iedereen was vrij, het weer was prachtig, dus het strand was overvol. Voor meer brug en golven, zie: