Los Angeles: een agglomeratie van zo’n 100 kilometer breed. Auto’s maken hier de dienst uit. Een miljoenenstad in een ontwikkeld land zonder openbaar vervoer is bij mijn weten een unicum. We verblijven in West-Hollywood. Meteen maar de beroemde Mulholland Drive gereden, waar de in financiële zin groten der aarde hun optrekjes hebben. Zien en gezien worden en groot is hier nog niet groot genoeg. Veel stevig hekwerk en camera’s bewaken daar de boel. Ik voelde me net een paparazzo met mijn telelens. Verder het prachtige en ook architectonisch bijzondere Getty museum bezocht, dat deze multimiljonair de stad heeft nagelaten. Tenslotte Santa Monica en Venice Beach, waar het hippe volkje jogt, rondhangt en – voor zover van toepassing – ook de mooiste kant van zichtzelf laat zien en natuurlijk ook de anderen stilzwijgend de maat neemt over hun uiterlijk. De autoreis van Santa Monica naar ons B&B in West-Hollywood kwam eigenlijk neer op een verblijf van uren in de file. We probeerden dan onderweg maar iets te eten te krijgen, maar toen ik het restaurant binnenliep wist ik het al: onze dress-code detoneerde wel héél erg met wat daar zoal binnen zat.
Ook vrijdag nog in Los Angeles doorgebracht. Eerst naar het Griffith park. Op de kaart ziet het eruit als een leuk stadsparkje, maar als je er eenmaal bent is het een heus gebergte, met anderhalf uur lopen heen en weer naar de top. Vandaar wel een prachtig uitzicht en hier krijg je een idee van de enorme dimensie van deze stad. Hier en daar wat hoogbouw, maar verder eindeloze laagbouw, zover het oog reikt. In het “park” was een observatorium waar ze van alles over sterrenkunde lieten zien. De middag nog over Hollywood en Sunset Boulevard gelopen en ook hier is het vooral de bedoeling om – het liefst in cabrio’s – heen en weer te rijden en je rijkdom te etaleren. Terwijl drie straten verderop bedelaars in haveloze slaapzakken onder een viaduct liggen. Van al die stulpjes, de auto’s, Getty en Venice is de volgende fotoserie gemaakt: