In Phoenix waren we te gast bij Richard, die ons vanaf Houston heeft vergezeld. De agglomeratie van Phoenix is enorm, van oost naar west zo’n 80 km. Een relatief klein centrum met wat hoogbouw, waar bijna niemand woont. De rest is eindeloze laagbouw, waarbij niet op een vierkante meter wordt gekeken. We zijn hier twee dagen om even lekker bij te komen na al die autokilometers vanaf Houston. En dus de auto even te laten voor wat die is. Maar zonder auto kan je hier niet leven, want openbaar vervoer is er nauwelijks. Dus we halen hem toch maar weer van stal en leggen dan toch weer vele kilometers af in deze enorme agglomeratie. De stad probeert wel busverbindingen te realiseren, maar de meeste stadsdelen wíllen helemaal geen openbaar vervoer. “Want openbaar vervoer is voor de armen en daar wil je niet tussen zitten”, is een veelgehoord beeld over het openbaar vervoer in Amerika.
We hoorden in dat verband ook een verhaal over een light rail project in Salt Lake City, waar aanvankelijk een storm van protest losbrak over dat socialistische project, maar enkele jaren later was eigenlijk iedereen er toch wel blij mee. Het weer in Phoenix was heerlijk. In dit jaargetijde tenminste nog wel, met frisse ochtenden en aangenaam warme dagen. Maar de stad is in de zomer ondraaglijk heet De luchten zijn hier prachtig en door de kurkdroge lucht zijn ze meestal strakblauw. In het Heard museum kregen we een kijkje in de koloniale historie van de VS. De andere dag naar Scottsdale, waar we het fotogenieke verblijf van de architect Frank Lloyd Wright konden bekijken. Hoe het wonen in de woestijn toch nog aangenaam kan zijn. De gemaakte foto’s staan op: