Den Haag: een statige, enigszins deftige, maar ook een groene stad. Het doel was het Gemeentemuseum en het ernaast gelegen Fotomuseum. En bij dat mooie weer vanuit het treinstation een lange wandeling er naartoe. Want sinds mijn pensionering, nu al weer bijna twee jaar geleden, was ik eigenlijk niet meer echt in Den Haag geweest, dus dat werd wel weer eens tijd. Die wandeling was eigenlijk al wat ambitieus, nam dus veel tijd in beslag en bovendien bleven we in het museum ook nog veel te lang hangen bij een fototentoonstelling over het Nederlandse boerenleven in de 50’er en 60’er jaren met een prachtige film van ruim een uur daarover. Die film riep herinneringen op uit die periode, inclusief bijbehorend jeugdsentiment, aan logeerpartijen bij een oom en tante op de boerderij in Deurningen. Wát een contrast als je vanuit de donkere filmzaal met de schemerige beelden van het boerenleven 55 jaar later ineens in het felle zonlicht weer in het ‘chique’ Den Haag staat. We lopen door naar de Scheveningse pier, deels in verval, maar ook deels weer in gebruik, zo lijkt het wel. En verbaasd gekeken naar surfers in het koude water, maar gelukkig wel met wet-suites. Die waren er ook nog niet in 1960. Voor een indruk van het boerenleven én Den Haag kijk ook op: