De beperkingen die door corona worden opgelegd duren nu al meer dan een jaar. Ik ben inmiddels redelijk gewend geraakt aan dat nieuwe ritme en kan daarin ook wel berusten, in het besef dat het nou eenmaal niet anders is. Ik heb dan ook niet de neiging om opstandig te worden en zie zelfs wel een aantal positieve dingen aan dat nieuwe ritme. Maar toch is de wereld, heel onbewust, een beetje kleiner geworden. Ondanks af en toe eens een uitstapje in de regio, zijn er toch hele delen van de wereld – zelfs delen van mijn eigen woonplaats Amsterdam – uit mijn systeem verdwenen. Dat is dus allemaal langzaam en ongemerkt gegaan, maar ik merkte het pas echt goed toen we vorige week op een zonnige ochtend langs de grachtengordel en door het Vondelpark naar de priklokatie fietsten. De grachtengordel en het Vondelpark…. die zijn er dus óók nog…! Hoe lang was ik daar al niet meer geweest?
En geleidelijk werd ik me ervan bewust dat dat nog voor veel meer stadsdelen geldt. En dan heb ik het nog niet eens over de bioscopen, cafés en restaurants waar ik al bijna een jaar niet meer ben geweest. Maar juist naar aanleiding van die plotselinge bewustwording vond ik het nodig om nu mijn eigen stad ook maar weer eens te herontdekken. En wat is daarvoor dan een mooier moment dan het ontluikende, hoewel nog wat koude, voorjaar. De stad is – zo te zien – volop in beweging en die koningsdag-supermaan kregen we aan het eind nog op de koop toe. Een buitenkansje, want we moeten nog 106 jaar tot de volgende wachten. Het Amsterdamse voorjaars foto-allegaartje staat op: