De kop van onze Siberië-trip is er af en inmiddels zijn we alweer ruim twee dagen in St. Petersburg. Een flinke temperatuurschok. Van zomer (28 graden) in Amsterdam naar winter (enkele graden boven nul) hier. Dat was dus even wennen en we moesten diep in de koffer om ons warm aan te kleden. We zitten in hotel Oktjabrskaja, waar ik in 1973, tijdens een studiereis naar het socialistische paradijs, ook al eens zat. Een enorme Sovjet-stijl slaapfabriek met van die lange gangen. Beneden mooi gerenoveerd, maar boven nog steeds een beetje basic. Zoals overal in Rusland wordt er goed warm gestookt en als je al in staat bent om de verwarming uit te zetten, moet het raam af en toe nog steeds open om de temperatuur een beetje aangenaam te houden. Wel erg centraal gelegen aan de Nevsky Prospect en op loopafstand van het Moskovsky treinstation, waar we maandagavond ons treinavontuur gaan beginnen. Zaterdagochtend een enigszins spartaanse stadswandeling met gids Anna, die in de stromende regen, met veel wind en een temperatuur amper boven het vriespunt, de moed er goed in hield. Bijzonder was ook de ‘Kerk van de Verlossing’, niet alleen omdat we daar even konden opwarmen, maar vooral om de prachtige mozaïeken, 7000 vierkante meter in totaal. Geëindigd in de Hermitage. Wel nog even een uur buiten in de rij, maar eenmaal warm binnen val je van de ene verbazing in de andere. Een van de grootste musea ter wereld, en niet alleen is daar een grote variëteit van niet de minste kunst uit de hele wereld, maar ook de zalen zijn van een indrukwekkende uitbundigheid. Zondag ging het naar het met goud belegde paleis van tsarina Catharina, die een representatief optrekje zocht, dat uiteindelijk bijna even groot is uitgevallen als de Hermitage. Nog wel even twee uur in de bittere kou wachten, maar toen kregen we ook wat. Maandag werd het ineens mooi weer, en dat maakte een boottochtje mogelijk over de kanalen en de Neva. Nooit geweten dat de stad zoveel kanalen had en ze noemen de stad dan ook het ‘Venetië van het Noorden’. Maar wij weten natuurlijk wel beter. De Isaacs-kathedraal stond ook nog op de lijst, gebouwd in opdracht van Peter de Grote, en ook hier bleek dat niets goed genoeg was voor de tsaren. Wel leuk dat we het dak op konden om de stad van bovenaf te bekijken. Toen we in de namiddag nog eens de door Fabergé gemaakte eieren hadden bekeken, die als leuke hebbedingetjes voor de tsaren en al degenen die hen omringden dienden, was ons onderhand wel duidelijk hoe ze toen in het leven stonden. We gingen voor de derde keer eten in het Kwartirka, een klein restaurant, helemaal in de Sovjet-stijl van de 50’er en 60’er jaren. Sovjet of niet, het eten was er erg lekker. De foto’s staan op: