Christchurch, de stad die in 2011 door een aardbeving is getroffen. Ik kan me de beelden van toen nog herinneren van de kerktoren die instortte, en dan blijft hangen dat dat zo’n beetje de hele schade was. Maar het blijkt nu dat het halve centrum van de stad onherstelbaar is beschadigd. We maken in een bus een zg. ‘rebuild-tour’, waarin we krijgen uiteengezet op welke wijze de stad zich herstelt van de beving. Opvallend is de dynamiek en de voortvarendheid waarmee alles wordt aangepakt. De hele stad is één grote bouwput. Alles moet aardbeving-proof worden. In de funderingen wordt een soort gelei aangebracht, waardoor het als het ware elastisch wordt, zodat het gebouw eigenlijk een beetje drijft. Ook worden in de constructies niet alleen verticale en horizontale balken aangebracht, maar ook diagonale balken, die voor extra stevigheid moeten zorgen. Ik heb niet voor ingenieur doorgeleerd, maar hoop dat ik het hier toch een beetje goed heb opgeschreven.
Veel is er toch ook bewaard gebleven en waar mogelijk worden de gevels behouden. De stad blijft dan ook een oer-Engelse uitstraling behouden. Maar ook zijn er grote braakliggende stukken ontstaan. Blinde muren worden, zoals we elders ook zagen, voorzien van allerlei ornamenten. Hier en daar verschijnen glanzende kantoorkolossen, maar op nog andere plaatsen staan er nog de ruïnes van ingestorte panden. Ook verschijnen er nieuwe hippe zaakjes. In dat verband is de ‘restart-mall’, in het container-winkelcentrum indrukwekkend. Meteen na de beving werden er in containers tijdelijke voorzieningen gemaakt voor winkels. Maar het heeft inmiddels zo’n iconische waarde gekregen, dat het de vraag is of het ooit zal verdwijnen. Verder heeft het hier drie dagen lang onafgebroken geregend. Inderdaad blijkt het Zuidereiland onzeker voor wat betreft het weer. De eerste twee weken zijn we er heel goed mee weggekomen, maar in Christchurch leek de regen niet meer op te houden.
Totdat we de stad verlieten. Toen klaarde het op, de zon kwam terug en de route over de Arthurs-pas dwars over het eiland naar de westkust was gelukkig weer prachtig en bovendien spectaculair om te rijden. We zijn dinsdagavond in Greymouth aan de westkust aangekomen. We zitten in een eenvoudig motel, zonder mogelijkheid om daar te eten. We vinden een paar kilometer verderop iets te eten en daar zien we weer wat we in Nieuw-Zeeland al vaker zagen: het restaurant wordt gerund door Europese, meestal Engelse of Duitse jongeren. Ze staan in de keuken of lopen in de bediening, hebben in Europa hun studie afgemaakt en komen dan voor een jaar hier om geen vervolg te geven aan wat ze in hun studie hebben bereikt. Ondanks de regen toch een foto-serie gemaakt in Christchurch: